Het afgelopen decennium begon natuurlijk met de EG Richtlijn verfproducten. De Europese wet die bepaalde dat er 25 procent minder oplosmiddel in oplosmiddelhoudende buitenverven mocht. Waar voorheen nog 400 ml oplosmiddel in de verf mocht zitten, werd dat per 2010 teruggeschroefd naar 300 ml. En dat ging niet zonder slag of stoot. Veel verfproducten waren nog niet ver genoeg doorontwikkeld en ook de schilder wist nog niet precies hoe met deze dikkere verven om te gaan. Aangezien deze wat lobbiger waren, had men de neiging om ze lekker vet op te zetten. Terwijl juist het tegenovergestelde moest gebeuren. Met vele zakkers en schroeiplekken als gevolg. Door het hogere vastestofgehalte blijft er meer verf liggen. Er verdampt namelijk minder. Dus moest de aangebrachte laagdikte juist omlaag. Dat jaar zijn er door verffabrikanten en leveranciers heel wat laagdiktekammetjes uitgedeeld om na te kijken of de laagdikte de voorgeschreven micrometers had. Door doorontwikkeling van de verven, andere kwasten en groeiende ervaring van de schilders ging het steeds beter. Na enkele jaren waren de kinderziektes er wel uit en waren deze verfproducten beter dan hun voorgangers met meer oplosmiddel.
![](https://www.schildersvak.nl/wp-content/uploads/2020/02/Spuiten01-768x1024.jpg)
FOTO’S: RICHARD HOOGSTRATEN
De jaren 10 waren ook de doorbraak voor de spuitapparatuur. Bijna elk schildersbedrijf, van groot tot klein, heeft tegenwoordig wel één of meerdere verfspuiten. Hierbij was er weinig sturing van verffabrikanten of dwang door regelgeving. Hoewel onder andere Sigma en Caparol wel actief spuitwerk gepromoot hebben, kwam deze evolutie voor een groot deel uit de schilder zelf. Als ondernemer zoek je altijd naar meer efficiëntie en zo kom je al snel bij de spuitapplicatie uit. De spuitapparatuur is de afgelopen jaren dan ook zoveel beter en handiger geworden (zelfs draadloos), dat deze machines al snel terugverdiend zijn. Airless, airmix of HVLP, allen zijn mobiel toepasbaar en makkelijk bereikbaar geworden via de verfgroothandel. Tegenwoordig zijn er dan ook veel watergedragen verfsoorten ontwikkeld, speciaal voor deze spuittoepassingen. Met een sneller en mooier eindresultaat als gevolg.
![](https://www.schildersvak.nl/wp-content/uploads/2020/02/Afplakken01-1024x768.jpg)
In het spoor van de spuitapparatuur kwam het afplakken. Doordat er tijdens het spuiten veel afgeplakt moet worden, werden er verschillende soorten tape ontwikkeld en handige apparaatjes om af te plakken. Doordat men met de nieuwe tapesoorten steeds handiger en sneller kon afplakken, werd dat voor kwastapplicatie ook interessant. En ook het eindresultaat was gewoonweg strakker. Vooral de gele UV-bestendige tape is nu niet meer weg te denken uit het gereedschapspakket van de schilder. Was het afplakken van glas in het begin van de jaren 10 nog iets voor doe-het-zelvers, nu plakt het merendeel van de vakschilders het glas af. Zowel spuiters als kwasthanteerders.
In het afgelopen decennium zijn er nog meer doorbraken geweest. Zoals het dragen van handschoenen. Iets wat daarvoor weinig gebeurde. We zagen de opkomst van ecologische, biobased verven. En het is de doorbraak geweest van de kwast met synthetisch kwasthaar. Doordat Chinees varkenshaar in zowel kwaliteit als leverbaarheid flink achteruit ging, zochten kwastleveranciers naar alternatieven. Dat is de synthetische haar geworden. Deze kunststof kwasthaar is nu van prima kwaliteit, voor zowel synthetisch als watergedragen verven. Zo verdringt de professionele kwast met kunststof haren de varkensharenkwast steeds verder naar de achtergrond.
![](https://www.schildersvak.nl/wp-content/uploads/2020/02/Handschoenen02-1024x680.jpg)
Ook iets van het laatste decennium is de neuslat. Zo’n beetje elk schildersbedrijf biedt, indien van toepassing, het vervangen van ventilatielatten door neuslatten aan in zijn offerte. Zeker in combinatie met houtrotreparaties, die dit decennium ook steeds beter werden, is het is een enorme kwaliteitsverbetering. En dus voor de klant een goede investering. Voor de schilder is het mooi extra werk en het maakt ons vak weer wat breder.
Zo terugkijkend op het afgelopen decennium is er echt veel veranderd. Het schildersvak is technischer en breder geworden. Voor de allergrootste schildersbedrijven is het schilderen soms bijzaak geworden. Zij zijn geëvolueerd tot totaalonderhoudsbedrijven. Deze bedrijven voeren volledige renovaties uit. Van fundering tot nok, binnen en buiten. Voornamelijk voor woningcorporaties. Maar het ambacht zal niet verdwijnen. Het schilderen is en blijft, ondanks de nieuwe ontwikkelingen, arbeidsintensief vakwerk. We zijn benieuwd wat het volgende decennium zal brengen.
![](https://www.schildersvak.nl/wp-content/uploads/2020/02/Neuslat01-768x1024.jpg)