‘Ik ben een man van twaalf ambachten, dertien ongelukken’, glimlacht Zwart (49). Varen loopt als een rode draad door zijn leven. Van kinds af aan al op de plassen en rivieren in het gebied rond Culemborg, zijn woonplaats. De scheepvaartschool leek dan ook een logische keuze, maar de beroepsvaart bleek niet te bevallen. ‘Vooral dat veel van huis zijn, ja. En het is ook heel eentonig werk.’ Op school leerde de jonge Zwart wel het een en ander over corrosiebescherming en onderhoud. En op de werven waar hij als hobbyist kwam was er altijd wel wat te klussen. Een paar jaar werkte hij ook nog bij een Sikkens Service Center, waar hij nog meer verfkennis opdeed.
‘Toen bedacht ik dat ik het liefst met mijn handen wilde werken en het liefst aan schepen.’ Een website onder zijn voornaam was zo gemaakt en de connecties in de nautische wereld lagen er al. ‘Je hebt een soort marktplaatsen waar eigenaren van schepen mensen zoeken voor verschillende onderhoudstaken, daar reageerde ik veel op klussen.’ Eerst nog als allround onderhoudsspecialist, maar motoren, elektra en hydrauliek lagen hem minder.
En nu is Zweder Zwart al vijftien jaar scheepsschilder. Als het moet reist hij er voor door het land, maar zijn thuisbasis is het pittoresk gelegen Heukelum aan de Linge, waar dankzij de zandschepen voor de glasfabrieken van Leerdam schepen tot zo’n 30 ton met een kraan op de kant getild kunnen worden voor stalling en onderhoud. Zwart: ‘Ik neem in principe alleen hele schepen aan, die dus helemaal geschilderd moeten worden. Dat is zo eens in de tien jaar. Ik reken vanaf een standaardprijs van 1000 euro per scheepsmeter, schepen worden in lengtes aangeduid.’
Daarvoor krijg je een heel degelijk systeem, met de roller en de kwast aangebracht. Plamuren doet Zwart vrijwel niet. ‘Ik kom vanuit de corrosiebescherming, een schip moet goed beschermd worden door de verf. Op het bovenschip komen ten minste vier lagen 2K epoxy primer, die ik alleen heel licht aftop met een schuurpad. Daarna breng ik twee of meer schuurlagen aan, een 2k polyurethan in een afwijkende kleur. Die moet het vulwerk doen, zorgen dat het helemaal glad wordt. Aan de kleur kun je zien of je er niet doorheen schuurt.’
En daarna volgen nog eens een laag of twee aan 2K polyurethan aflak. Het onderwaterschip krijgt altijd zeker acht lagen 2K epoxy en dan een laag antifouling. Die laatste is meestal van het AkzoNobel-merk International, de andere verven bij voorkeur van de gespecialiseerde verffabrikant De IJssel Coatings uit Moordrecht. ‘Die producten zijn speciaal voor onderhoud met kwast en roller. Wie zijn schip wil laten spuiten, dat kan ik wel regelen, maar ik doe dat zelf niet. Ik vind het een uitdaging om met eenvoudige middelen een zo glanzend mogelijk resultaat te halen.’