‘Social media ondersteunen website’

Social media groeiden het afgelopen decennium enorm. Echter, schilders- en onderhoudsbedrijven storten zich nog niet en masse op deze nieuwe media. Mededirecteuren Roos Hoobroeckx en Marjo van de Wardt zijn wél actief. Met redenen, zo leggen zij uit.

Ruim zestig jaar geleden deed televisie haar intrede in Nederland. De geboorte van de tv verliep langzaam en pijnlijk. De regering was bang dat de kijkbuis alleen plat vermaak zou brengen en televisietoestellen waren lange tijd erg duur. Hoe anders is het gesteld met social media als LinkedIn, Twitter en Facebook. Als een olievlek verspreidde het zich in een paar jaar over de wereld. Voor bedrijven wordt social media gezien als een middel om in contact te komen met bestaande en potentiële klanten. Vorig jaar gebruikte 63 procent van de Nederlandse bedrijven ten minste één vorm van sociale media. In 2012 was dit nog 41 procent, meldt CBS.

Schildersbranche

In de schildersbranche is social media (nog) geen gemeengoed. Hoobroeckx Schilders uit Tiel en Schilders-, Glas- en Afwerkingsbedrijf Hoogvliet uit Wageningen zijn uitzonderingen. Ze beschikken over een bedrijfspagina op Facebook. Het bedrijf van mede-eigenaar Marjo van de Wardt in Wageningen heeft twaalf personeelsleden in dienst, waaronder schilders, glaszetters en stukadoors. “Onze klanten zitten voor een groot deel in Wageningen. Inmiddels heeft het werkgebied zich uitgebreid tot ver in de regio. Dat leidde ook tot een enorme verbreding van onze producten en diensten, zoals gevelreiniging, graffiti-bestrijding en hydrofobering.”

In Tiel is het bedrijf van Hoobroeckx Schilders gevestigd. Hoobroeckx is een erkend schildersbedrijf (OnderhoudNL Garantie), gespecialiseerd in binnen- en buitenschilderwerk, behangen, glaszetten, restauratiewerk, spuittechnieken en het aanbrengen van coatings. Maar ook gevelreiniging, antigraffiti alsmede klein timmerwerk behoren tot de werkzaamheden.

Online actief

Van de Wardt is actief op Facebook en de eigen website. “Sinds september 2014 bestaat onze bedrijfspagina op Facebook. We hebben ook twee YouTube-filmpjes geplaatst. Op Facebook staan voornamelijk werken die we hebben uitgevoerd of waar het personeel nog bezig is. De afgelopen tijd plaats ik weer meer berichten. Ik vermoed dat ik drie uur per week bezig ben met social media.”

Hoobroeckx is actief op Facebook, Twitter en LinkedIn. “Facebook is dynamisch en heeft een groot bereik. Voordelen vind ik ook dat het laagdrempelig is en je gemakkelijk berichten of foto’s kunt plaatsen. Twitter is ook zeer gebruiksvriendelijk.” Ze merkt op dat Pinterest (sociaal netwerksite die fungeert als prikbord) niet geschikt is voor bedrijven. “Instagram zou mogelijk ook geschikt kunnen zijn voor ons bedrijf. Voor ik dit medium ga gebruiken, wil ik dit eerst goed onder de knie krijgen en zien wat de mogelijkheden zijn.” Ze schat dat ze ongeveer vier uur per week aan social media spendeert. Dat is inclusief het nemen van foto’s voor Facebook en de website én het bijhouden wat collega’s doen op dit gebied.

Trots op werk

Hoobroeckx is duidelijk bij de vraag waarom ze op social media actief is. “Naamsbekendheid, waar je als bedrijf voor staat en wie onze opdrachtgevers zijn. En zoveel mogelijk mensen laten zien wat we doen en hoe mooi het werk is wat we opleveren. Een belangrijk neveneffect is: tonen hoe leuk schilderen is en dat het een prachtig vak is. Dat schilders trots zijn op hun werk; ofwel het vak van schilder promoten.”

Ze houdt goed in de gaten hoe vaak een bericht wordt bekeken en hoe vaak geliked. Ook voor Van de Wardt is naamsbekendheid een belangrijke reden om op social media actief te zijn. “We laten zien waar we voor staan en wat we te bieden hebben. We willen de uitvoering laten zien, zodat mogelijke opdrachtgevers een indruk krijgen van ons werk. Er is nog veel, mooi, bruikbaar materiaal. Ik wil nu iedere week een bericht met foto’s plaatsen op Facebook.” Van de Wardt maakt de selectie. “Mijn man en mede-eigenaar, Ruud van de Wardt, geeft uitleg over de foto’s. Ik ben de enige die het plaatst.”

Hoobroeckx heeft ooit hiervoor iemand ingehuurd, maar dat werkte volgens haar niet. “Soms krijg ik via een klant of een schilder berichten of foto’s toegestuurd. Maar ik ben degene die het plaatst.” De programmering is bij haar als volgt: op Facebook een keer per week een bericht met foto plaatsen, op Twitter drie keer per week en op LinkedIn een keer per half jaar. “Ik probeer zoveel mogelijk onderscheidend te zijn. Niet telkens dezelfde soort foto’s of weer het geijkte ‘strak-in-de-lak verhaal’.”

Website basis

De website blijft een belangrijk onderdeel van de bedrijfscommunicatie. Omdat ze verwachten dat potentiële klanten ook via Google zoeken. “Onze website moeten we nog aanpassen, zodat deze ook responsive is voor tablets en smartphones. Het is echter een lastig cms-systeem om zaken in te veranderen. Een bedrijf zonder website, dan besta je niet echt”, meent Hoobroeckx.

“Een bedrijfswebsite behoort tot de basis. Voor gemeenten, VvE’s en aannemers geeft dat een professionele uitstraling.” Pas sinds kort beschikt het bedrijf van Van de Wardt over een website die ze zelf kan aanpassen en nieuws op kan plaatsen. “Eerder had ik te weinig rechten. De website is compatibel. Ik verzend er mails mee. Ook staat er een contactformulier. Die is ook bedoeld voor het aanvragen van offertes en voor meer informatie. Ik kan zien wie dat invult.” Ze geeft aan dat veel tijd is gaan zitten in de nieuwe website. Beiden vinden dat social media en website elkaar ondersteunen.

Effect

De vraag van iedereen, die overweegt om met sociale media actief te zijn, luidt: Wat is het effect? “Het gaat ons niet om het binnenhalen van opdrachten. Althans daar gaan we niet van uit,” zegt Van de Wardt. “Maar als klanten een schildersbedrijf zoeken, dan krijgen ze via Facebook al een goede indruk van ons. Mochten ze interesse hebben, dan kunnen ze ons bellen of benaderen via het contactformulier.”

Hoobroeckx kan precies zien wie de berichten op Twitter re-tweet en leest. “Ik bekijk de statistieken en zie welke mensen mijn berichten leuk vinden. Via Facebook Insights zie ik wat ze lezen, waar ze vandaan komen, of er meer of juist minder komen.” Marketing via Facebook is mogelijk. “Ik maak advertenties die via doelgroepbepaling alleen in een bepaalde regio worden gepromoot, omdat we daar bijvoorbeeld aan het werk zijn. Het effect – wie de pagina heeft gezien – is daarna meetbaar. Veel meer is nog mogelijk via Facebook Business.”

Ze merkt op dat het gaat om ‘het goede gevoel’ over het bedrijf. “Via social media wordt dat positief beïnvloed. We horen regelmatig dat we ‘overal’ werkzaam zijn. Ik vermoed dat Facebook, waar men veel projecten voorbij ziet komen, daaraan bijdraagt. Sinds vier jaar zitten we op Facebook.”

Gemiste kans

Hoe kijken ze naar schildersbedrijven die helemaal niks op social media doen? Hoobroeckx vindt dat het niet voor ieder schildersbedrijf is weggelegd. “Vastgoedonderhoud is vaak minder aantrekkelijk om te laten zien. Net zoals het zoveelste rijtjeshuis schilderen. Maar ieder moet dat voor zichzelf uitmaken.” Ze ziet collega-bedrijven die ook privé-informatie op de zakelijke Facebook zetten. “Dat moet je niet doen; het komt niet professioneel over.”

Hoobroeckx wijst er op dat OnderhoudNL workshops ‘Effectief gebruik van social media’ geeft. Onder andere op 24 januari in Amersfoort. Deze workshops worden ook op andere momenten in het jaar gegeven. Van de Wardt vindt het ook geen gemiste kans. “Door je te presenteren, kunnen klanten zien waar je voor staat. Ze krijgen zeker een indruk wat je allemaal hebt gedaan. “Maar ondanks de zichtbaarheid op social media, krijgen we de meeste opdrachten via mond-tot-mondreclame”, laat Van de Wardt weten. “Het persoonlijk contact met onze opdrachtgevers neemt een grote plaats in.”

Door: Mark van Seggelen
Foto’s: Herbert Wiggerman