Het is niet het thema van de expositie ‘Lekker Licht’, maar wie er oog voor heeft merkt hoezeer de kleur van de wanden van de expositieruimte in het Centraal Museum in Utrecht een relatie aangaan met wat er wordt tentoongesteld.
‘In deze vleugel hebben we elke vier maanden een expositie’, vertelt Kristine Kavelaars, senior projectcoördinator in dienst van het museum. Haar taak is om in samenwerking met de curator (in de betekenis van het organiseren van tentoonstellingen, in dit geval Eelco van der Lingen), de kunstenaars, de tentoonstellingsontwerpers (in dit geval Arna Mackic en Lorien Beijaert), de tentoonstellingsbouwers en de eigen Technische Dienst steeds weer een complete belevenis voor de bezoekers te maken. ‘Daar hoort meestal ook het schilderen van de wanden bij’, glimlacht ze. ‘Dat doet onze eigen Technische Dienst. We hebben eigen schaarhoogwerkers en de TD bestaat uit een groep vakmensen die heel veel zelf kunnen. Daarnaast hebben ze een grote groep vakmensen om zich heen verzameld die voor gespecialiseerde klussen wordt ingezet. Ook schilders.’
‘Het Centraal Museum is een grote afnemer van muurverven’, weet ook Tom Kuiper, van Verfgroothandel Bevela in Utrecht. ‘Wijzonol behoort tot onze A-merken. We waren dan ook heel blij toen we kortgeleden de vertegenwoordiging van Wijzonol in Utrecht op ons konden nemen.’ Stefan van Grieken, accountmanager bij Wijzonol legt uit: ‘De schilderwerken in het museum moeten heel secuur gebeuren, het is echt ‘zichtwerk’.Duizenden bezoekers zien het. Het moet ook nog eens behoorlijk slijtvast zijn. Daarnaast moet de verf ook gewoon meteen heel goed dekken.’
Dat kan Kavelaars beamen: ‘Na afloop van een expositie sluiten we de vleugel af. Dan worden eerst voorzichtig alle kunstwerken ingepakt en afgevoerd. Dan wordt de expositie afgebroken en wordt de nieuwe gebouwd en geschilderd. De kunstwerken komen de ruimten pas in als er niet meer gezaagd of geschuurd of geschilderd wordt. Voor dat totale proces hebben we meestal een week of drie, vier. Dus snel werken is van groot belang.’
Van Grieken: ‘Er wordt hier gewerkt met Wijzotex Mat, een voor een groot deel biobased muurverf op basis van zetmeeltechnologie. Het zetmeel is de basis voor het bindmiddel en wordt gewonnen uit een restproduct uit de aardappelindustrie. Dat maakt de verf een stuk duurzamer dan muurverf op basis van een bindmiddel uit de olie-industrie. Je bespaart anderhalve liter olie op tien liter verf. Wat lang niet iedereen weet is dat de muurverf ook nog eens in andere opzichten duurzamer geworden is. Bijvoorbeeld door zijn dekkracht en slijtvastheid. Die zijn enorm verbeterd vergeleken met traditionele acrylaat muurverven.’
De muren in de expositieruimte zijn in ieder geval prachtig egaal, niet bont en er zijn geen rolbanen te zien, terwijl er toch genoeg strijklicht aanwezig is om elk foutje te kunnen laten zien. De tentoonstelling wil licht in zo veel mogelijk verschijningsvormen laten zien. Van een mooi ontworpen tafellamp van Gerrit Rietveld (uit de eigen collectie) tot licht pulserende led-schermen die kleuren tonen op basis van computerprogramma’s. Er zijn ook experimentele kledingstukken te zien en tal van lichtsculpturen. Het concept van de tentoonstelling is dat de bezoeker binnenkomt in de ‘ochtend’ en dan via de ‘middag’ en ‘avond’ eindigt in de ‘nacht’.
De tentoonstellingsarchitectuur leidt de bezoekers door gangen, langs kamers en door ruimten die dan weer een sfeer van intimiteit en dan weer van ruimtelijkheid oproepen. Het kleurverloop van de ruimten gaat met die ‘dag’ mee: van zacht grijs aan het begin over naar wit, via rood naar zwart. Op onze wandeling komen we curator Eelco van der Lingen tegen. ‘Over de kleuren kan ik me niet heel veel discussie herinneren’, zegt hij. ‘We hebben gekozen uit het palet zoals dat in het Rijksmuseum is gebruikt. Alleen over het ‘ochtend’deel hebben we wel gesproken. Dat zou eerst gebroken wit worden, maar deze bruinig-grijstint vonden we toch beter werken.’
Niet helemaal bedoeld, maar voor wie er oog voor heeft, is het fascinerend hoe de lichtsculpturen kleurschakeringen op de wanden maken. Wit krijgt groeneffecten, grijs wordt roze in al zijn aspecten. Alles zeer moeilijk fotografeerbaar. Wie het wil beleven moet maar naar Utrecht komen. De tentoonstelling is nog tot en met 24 januari te bewonderen.