Ga naar hoofdinhoud

Spelen met Siena


In een groot buitenhuis uit 1890 is Petra Baartman, de winnares van de categorieprijs decoratie- en restauratieschilderen van de Nationale schildersVakprijs 2020, precies daarmee bezig: restaureren en decoreren. Het geïmiteerde Giallo Siena-marmer in het trappenhuis kon niet bewaard blijven, dus schildert ze het opnieuw.

‘Ik had nog nooit Siena geschilderd’, glimlacht Petra Baartman. ‘Dus ben ik op onderzoek gegaan en heb ook een aantal toppers in het decoratievak gevraagd om hun kennis met mij te delen.’ Dat leverde een heleboel informatie op, want in het kleine kringetje van decoratieschilders wordt veel gedeeld. Baartman: ‘Echt Sienamarmer kun je zo goed als nergens vinden. Het wordt ook niet meer gewonnen, de marmermijnen zijn uitgeput. Ik moest het dus met afbeeldingen van Siena-imitaties doen en met een paar foto’s, onder andere van de bibliotheek van Boston, daar is het mooi toegepast.’

Verder beschikte Baartman over een kopie uit het ‘Handboek voor den schilder’ van P. van der Burg. ‘Dat is een prachtig boek, met gesteendrukte voorbeelden. Je kunt het nauwelijks krijgen en dan kost het 500 euro. Maar mijn leraar, de onlangs overleden Martin Baltus had het en heeft me er kopieën van gegeven.’

Het punt is dat er heel veel variatie in Sienamarmer bestaat. Baartman: ‘Sowieso is het een lastige steensoort, omdat hij zowel aders heeft als brèche, brokstukken. En dan nog de kleur. Die is overheersend geel, maar er kunnen allerlei andere kleuren in zitten: rood, roze, grijstinten. Je kunt daar dus heel eigen keuzes in maken.’

Rond marmer bestaat in het echt eigenlijk niet. Voor de aansluiting op de pilaar erboven schilderde Baartman een ‘voetstuk’ in trompe-l’oeil
FOTO’S: JMS

Eind negentiende eeuw werd huis Berg en Dal door een vermogend bankier uit Amsterdam gebouwd als buitenverblijf. De situatie in Baarn was dat de oorspronkelijke marmerimitaties niet gehandhaafd konden blijven. Baartman: ‘Ik zie er verschillende handschriften in. Sommige vlakken zijn heel precies, terwijl andere veel grover zijn en eigenlijk nog nauwelijks op dit soort marmer lijken. Ik denk dan ook dat het al eens of meermaals gerestaureerd is. Maar nu ging dat niet meer. Het oppervlak is bijna overal gaan bladderen en craqueleren en de ondergrond, met gips gestuukte imitatiestenen, was daar ook veel te slecht voor.’

Als bewijs klopt ze op een aantal van die ‘stenen’ die ze nog niet aangepakt heeft. Grote delen klinken hol. Scheuren dienen uitgehakt en gevuld en de holtes moeten ook opnieuw aangesmeerd worden (daar gebruikt ze Knauf Uniflott voor). ‘In 2015 heb ik voor het eerst advies uitgebracht aan de eigenaar, toen adviseerde ik nog niet om het helemaal over te schilderen. Nu is het pand van binnen en van buiten geschilderd, door De Variabele, en vond de opdrachtgever, het Apostolisch Genootschap, het goed dat ik dat wel ging doen. Dat ik de Nationale SchildersVakprijs gewonnen had, speelde daar misschien wel een rol in. In ieder geval ook het feit dat ik Meesterschilder ben, want dit is een monument, daar mogen alleen gekwalificeerde mensen aan werken.’

Met bovenaan lichter Siena dan onderaan straalt het trappenhuis

Het Genootschap heeft het huis al sinds de vijftiger jaren van de vorige eeuw in bezit en gebruikt het als archief, bestuursgebouw en vergaderlocatie. Maar het genootschap verhuurt de ruimten ook, voor trouwerijen en bijeenkomsten.

Omdat Siena in zo veel verschillende vormen voorkomt heeft Baartman een totaalplan gemaakt. ‘Net als bij een echte groeve maak ik de bovenste lagen in een lichter geel, met minder aders en brèche, en lager maak ik het Siena juist bonter, net zoals ook dieper in de aarde het gesteente meer druk ondervindt. Ik heb daar ook toe besloten omdat je anders wel heel erg een soort ‘bloemetjesbehang’ krijgt. En zo blijft het trappenhuis lichter.’

Baartman past de oude techniek toe, zoals door P. Van der Burg voorgeschreven: glacielaag over glacielaag, zodat er diepte in het werkstuk komt. Vernissen doet ze met een matte variant van Acrilino een onlangs ontwikkelde vernis, ontwikkeld door decoratieschildergroothandel Linova. ‘Een heel fijn product. Het is ontwikkeld omdat bepaalde bestaande producten niet meer in Europa gebruikt mochten worden. Maar het is minstens zo goed en dan zonder de schadelijke stoffen.’

De oude imitaties waren niet meer te restaureren, dus moest alles over

De Siena-imitaties zijn wel het leeuwendeel van het werk dat Baartman in Berg en Dal mag doen. Maar er hoort nog meer bij. Uiteraard het plaatselijk repareren en bijwerken van de natuursteenimitaties in het trappenhuis. En het geven van een brons-patina aan het smeedijzeren traphek. Dat doet ze met Crème a Dorer van het merk Liberon. En ze mag ook nog een bibliotheek restaureren die in de notenhout-imitatie staat. Baartman: ‘Zo kwam ik voor het eerst hier binnen. De ramen van die bibliotheek waren vervangen voor dubbel glas en of ik de glaslatten van een bij de rest passende houtimitatie kon voorzien. Daarna heb ik delen van de bibliotheek plaatselijk gerepareerd en opnieuw gedecoreerd.’

En daar komen nu nog twee monumentale deuren bij die op zolder zijn gevonden en op hun oude plaats zijn teruggehangen. Een gebroken tegel heeft de decoratieschilder al onzichtbaar hersteld en misschien kan ze voor het versleten visgraatparket ook nog wel iets voor de opdrachtgever betekenen. Baartman: ‘Zo gaat dat eigenlijk altijd bij mijn projecten. Ik kom voor het één en dan blijk ik ook iets anders te kunnen oplossen voor de mensen.’

Bekijk de video over dit project op SchildersVAKTV

Baartman bereikt een bronseffect door op bovenliggende delen van het gietijzer Crème À Dorer

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie gegevens worden verwerkt.


Geen versoepeling regels voor Oekraïense zzp’ers

Soudal slaat vleugels uit naar Japan

Muurschildering Studio Giftig wereldwijde topper

Daling aantal zzp’ers verder ingezet

AGC investeert in nieuwe Fineo productielijn