Houten geveltimmerwerk dat van de timmerfabriek komt, is tegenwoordig zo goed dat een garantie van 25 jaar op de levensduur ervan geen uitzondering meer is. Het gebruikte verfsysteem speelt daarbij een belangrijke rol. De kwaliteit van die timmerindustrieverven heeft de afgelopen vijf jaar een enorme vlucht genomen. Een overzicht.
SKH, de certificeringsinstelling in de houtbranche, heeft vier jaar geleden de nationale beoordelingsrichtlijn voor het Komo productcertificaat voor filmvormende voorlak- en aflaksystemen op hout, BRL 0817, geïntroduceerd. Deze BRL maakte het voor timmerfabrikanten mogelijk om onder Komo Concept II en Concept III geveltimmerwerk en deuren te leveren aan de bouw. Voorheen kon onder Komo alleen Concept I worden geleverd aan de bouw, hetgeen betekende dat systemen binnen zes maanden moesten worden overschilderd door de bouwschilder. Dit leverde in de praktijk nogal eens problemen op als timmerwerk in een natte of winterse periode werd geleverd, er niet altijd even voorzichtig mee werd omgegaan en het vervolgens ook pas na ruim zes maanden werd overschilderd. Immers, het verfsysteem heeft in deze gevallen dan al dusdanig te lijden gehad (zie foto’s), dat een heel nieuw systeem moet worden opgebouwd om het timmerwerk opnieuw te beschermen tegen invloeden van buitenaf.
![afbeelding 1.1 Voorbeelden van bouwsituaties waaraan het verfysteem wordt blootgesteld. De kozijnen staan gedeeltelijk in het water, waardoor het verfsysteem continu wordt belast door vloeibaar water. Cementresten die niet worden opgeruimd, met als gevolg een continue alkalische belasting van het verfsysteem.](https://www.schildersvak.nl/wp-content/uploads/2015/01/afbeelding-1.1-300x225.jpg)
![afbeelding 1.2 Voorbeelden van bouwsituaties waaraan het verfysteem wordt blootgesteld. De kozijnen staan gedeeltelijk in het water, waardoor het verfsysteem continu wordt belast door vloeibaar water. Cementresten die niet worden opgeruimd, met als gevolg een continue alkalische belasting van het verfsysteem.](https://www.schildersvak.nl/wp-content/uploads/2015/01/afbeelding-1.2-169x225.jpg)
![afbeelding 1.3 Voorbeelden van mogelijke schades die kunnen ontstaan doordat het verfsysteem in een vroeg stadium is blootgesteld aan extreme belasting. Verfonthechting door continue vochtbelasting in een koude periode (foto links). Mogelijke gevolgen van beschadigd timmerwerk dat wordt geplaatst zonder dat het opnieuw is voorzien van een verfsysteem (rechts).](https://www.schildersvak.nl/wp-content/uploads/2015/01/afbeelding-1.3-300x225.jpg)
![afbeelding 1.4 Voorbeelden van mogelijke schades die kunnen ontstaan doordat het verfsysteem in een vroeg stadium is blootgesteld aan extreme belasting. Verfonthechting door continue vochtbelasting in een koude periode (foto links). Mogelijke gevolgen van beschadigd timmerwerk dat wordt geplaatst zonder dat het opnieuw is voorzien van een verfsysteem (rechts).](https://www.schildersvak.nl/wp-content/uploads/2015/01/afbeelding-1.4-300x225.jpg)
![afbeelding 1](https://www.schildersvak.nl/wp-content/uploads/2015/01/afbeelding-1-300x121.png)
![Grafiek 1 Grafiek 1. Gemiddelde wateropname van verschillende BRL 0817 verfsystemen bij aanvang en na afronding van het onderzoek.](https://www.schildersvak.nl/wp-content/uploads/2015/01/Grafiek-1-300x216.png)
![Grafiek 2 Grafiek 2. Gemiddelde cumulatieve wateropname van verschillende BRL 0817 verfsystemen bij aanvang en na afronding van het onderzoek.](https://www.schildersvak.nl/wp-content/uploads/2015/01/Grafiek-2-300x193.png)
Gecontroleerd
Met de komst van BRL 0817 kan de timmerfabriek onder Komo gecertificeerd timmerwerk leveren dat reeds is voorzien van een voor- of aflakverfsysteem. Dit betekent dat er in de timmerfabriek onder gecontroleerde omstandigheden een verfsysteem wordt geappliceerd en gedroogd. Op de bouw hoeft de bouwschilder vervolgens voor een dekkend systeem geleverd onder concept II pas na 18 maanden te komen om het timmerwerk af te werken, waarbij één kwastlaag volstaat. Voor een dekkend aflaksysteem in een lichte kleur geldt onder concept III zelfs een onderhoudsvrije termijn van zes jaar.
Ontwikkeling
Deze verlenging van de onderhoudsvrije termijn heeft er voor gezorgd dat de kwaliteit van de timmerindustrieverven de afgelopen jaren een enorme ontwikkeling heeft doorgemaakt. In opdracht van de verffabrikanten heeft SHR in Wageningen, als onafhankelijke partij, veel onderzoek gedaan om dit doel te bereiken. Om een beeld te geven van deze ontwikkeling: Voorheen werden Concept I grondverfsystemen getest volgens BRL 0814, waarbij deze na een kritisch droogproces bij een laagdikte van minimaal 80 µm een wateropname moesten hebben van minder dan 400 g/m2. Tegenwoordig moeten de verfsystemen geleverd onder Concept II en III volgens BRL 0817 na een kritisch droogtraject een wateropname laten zien van minder dan 250 g/m2, bij doorgaans een droge laagdikte van ongeveer 120 µm. Een grotere laagdikte moet dus onder dezelfde kritische condities drogen, maar wel een wateropname realiseren die bijna 40 procent lager is.
Vocht en vorst
Naast de wateropname-eis zijn in BRL 0817 de eisen voor wisselende belasting van vocht en vorst aangescherpt. Na hetzelfde kritische droogtraject wordt het verfsysteem blootgesteld aan zes cycli van wisselende belasting van vocht en vorst. In dat onderzoek wordt een winterse periode nagebootst, waarin het timmerwerk wisselend onderhevig is aan een continue vochtbelasting in de vorm van condens, regen en winterse neerslag en temperaturen beneden het vriespunt. Wanneer de temperatuur boven het vriespunt is en het timmerwerk vochtig is, kan er vocht worden opgenomen. Daalt de temperatuur vervolgens beneden het vriespunt, dan heeft water de eigenschap uit te zetten. Is in deze gevallen het verfsysteem niet flexibel genoeg, dan ontstaan er barsten, waardoor het timmerwerk niet meer optimaal is beschermd.
Verbeteringen
Bij de introductie van BRL 0817 werd geprobeerd grondverfsystemen op te waarderen naar een voorlaksysteem. Al gauw zagen ook de verffabrikanten echter in dat dit niet de oplossing was en werden nieuwe verfsystemen ontwikkeld. In grafiek 1 is de gemiddelde wateropname te zien van verschillende voorlaksystemen, gedroogd volgens een kritische conditie opgegeven door de fabrikant. In deze grafiek is duidelijk te zien dat bij aanvang van het onderzoek de wateropname na kritische droging ver boven de eis van 250 g/m2 lag, maar dat na een jaar ontwikkeling de wateropname van deze zelfde systemen, getest volgens dezelfde condities, ruim voldoet aan de gestelde eis. Ook de hechting van de verfsystemen, die in eerste instantie zeer slecht was (klasse 4-5, volgens SKH publicatie 05-01), voldeed uiteindelijk ruim aan de eisen uit BRL 0817. Net als een daling in de wateropname na kritische droging, was in de cumulatieve wateropname die tijdens de ‘vocht-vorst test’ wordt bepaald, een duidelijke daling te zien (grafiek 2). Daarnaast is de flexibiliteit van de verfsystemen enorm verbeterd. Daar waar de systemen bij aanvang van het onderzoek nog een barstvorming van klasse 2S2 tot 5S3 lieten zien, was deze na doorontwikkeling van het verfsysteem klasse 0 tot maximaal 1S1. In afbeelding 1 is de ontwikkeling in de bestandheid tegen wisselende belasting van vocht en vorst, die de verfsystemen de afgelopen jaren hebben meegemaakt, nog eens visueel weergegeven.
Nog beter
De ontwikkelingen aan de verschillende onderzochte verfsystemen is tegenwoordig zelfs zo ver dat er verfsystemen op de markt zijn die na een kritisch droogtraject, een wateropname laten zien van minder dan 50 g/m2, een cumulatieve wateropname in de ‘vocht-vorst test’ hebben die onder de eis blijft van 250 g/m2 na kritische droging en totaal geen barstvorming vertonen in de ‘vocht-vorst test’. Bij deze systemen is er nauwelijks meer een verschil tussen de wateropname na kritische droging en de wateropname na vier weken doordrogen bij 20 graden Celsius en 65 procent relatieve luchtvochtigheid.
Samenwerkingsverbanden
Mede door de hoge eisen die worden gesteld in BRL 0817 zijn de ontwikkelingen in de verfindustrie tegenwoordig op een dusdanig niveau dat er samenwerkingsverbanden tussen verschillende ketenpartijen (timmerfabriek, verfleverancier en vastgoedonderhoud) worden aangegaan, waarin op de levensduur van het geveltimmerwerk een garantie wordt afgegeven van wel 25 jaar. De steeds strenger wordende eisen voor gecertificeerde verfsystemen hebben geleid tot een intensieve samenwerking tussen verschillende partijen, met als resultaat een enorme vooruitgang in de kwaliteit van de huidige timmerindustrieverven. Mede door de ontwikkelingen in de verfindustrie is het houten geveltimmerwerk tegenwoordig beter beschermd tegen invloeden van buitenaf en wordt er bijgedragen aan het behoud van het houten kozijn.