Ga naar hoofdinhoud

TBA is klaar met “sausklaar”


Schilders hebben sterke meningen over het werk van de stukadoor, merkte de redactie aan alle opmerkingen op onze website (schildersvak.nl) en op onze social media na een bericht over de term “sausklaar”. Lang niet altijd negatief, maar soms ook wel. En dan gaat het bijna altijd over de gladheid van de opgeleverde muur, weet ook Ed van der Plas, die als dagelijks werk stukadoorswerk inspecteert.

De vlakheid van een wand of plafond wordt met een precisie-rei gemeten

Het Technisch Bureau Afbouw (TBA) is als zelfstandige stichting blijven bestaan toen het Bedrijfschap Afbouw in 2014 werd opgeheven. Het bureau geeft advies over stukadoorswerk, wand- en plafondmontage en dekvloeren en voert controles uit als er geschillen zijn. Het TBA treedt ook op als deskundige bij de Geschillencommissie Afbouw (als een particuliere klant een klacht heeft over een bij bracheorganisatie NOA aangesloten bedrijf) of bij rechtszaken.

Ed van der Plas: ‘Inspecties maken het grootste deel van ons werk uit. Om advies worden we eigenlijk alleen gevraagd bij echt lastige gevallen, als men zich afvraagt hoe een ondergrond het beste kan worden aangepakt. Bijvoorbeeld in heel vochtige omgevingen. We doen overigens ook arbitrage: als twee partijen het met elkaar oneens zijn over het stucwerk, vragen we hen om van te voren te tekenen dat ze zich bij ons bindend advies zullen neerleggen. Zo voorkom je verdere procedures.’

In de afbouwwereld worden termen als “sausklaar” en “behangklaar” veel gebezigd. En die termen komen ook vaak in de offertes van stukadoors terecht. ‘Onverstandig’, vindt Van der Plas. ‘We raden het al jaren af. Ook al weten vaklieden meestal wel wat er mee bedoeld wordt, er komt toch vaak discussie over.’ Zoals in een recente rechtszaak tussen een particulier en een stukadoor: de particulier dacht dat hij meteen over de stuclaag kon schilderen, met lelijke gevolgen. De rechter gaf hem gelijk, vanwege het gebruik van die term.

Over voorspelbaar strijklicht zouden volgens Ed van der Plas wel nadere bepalingen bedacht kunnen worden
FOTO’S: TBA

Finetunen

Wat is dan wel een goed woord? En is het eigenlijk wel altijd duidelijk waar de taak van de stukadoor stopt en die van de schilder begint? Van der Plas: ‘Ik denk dat dat best nog wel meer gefinetuned kan worden. Het is de moeite waard om daar eens naar te kijken. Ondertussen is het wel zo dat we vlakheid en gladheid heel goed kunnen beoordelen volgens de TBA. “Oppervlaktebeoordelingscriteria voor stukadoorswerk binnen” en “Richtlijn beoordelingsmethoden oppervlakken” die je ook op onze site, www.tbafbouw.nl kunt vinden.’

‘We hanteren zeven klassen, van 0 tot 6. Waarbij 0 staat voor afwerkingen met stucco en andere glimmende glanspleisters en 6 voor het plaatselijk bijwerken/repareren van bijvoorbeeld nieuwbouwbeton. Dat laatste doet een stukadoor niet graag, hij trekt een muur toch liever helemaal over, maar het komt veel voor. Die kwaliteit wordt vaak “behangklaar” genoemd. Maar ook daar kan verwarring over komen. Want je kunt dat alleen met behoorlijk dik behang afwerken, niet eens met glasvlies, laat staan met dun papieren sierbehang. Dan blijf je de bobbels zien.’

Tussen schilder en stukadoor gaan disputen vooral over afwerking in groep 1 en dan zal de schilder het meest protesteren over de gladheid van de afwerking. Van der Plas: ‘Een tijdje geleden ging het soms over het loskomen van de toplaag van de stuclaag. Dat komt: er zijn twee manieren om stucwerk glad te krijgen. Bij de ene ga je, als het gips al een flink eind op weg is in het afbindproces, de toplaag bevochtigen en gladstrijken met een pleisterspaan. Bij de andere ga je op ongeveer hetzelfde afbindmoment het oppervlak opruwen, bevochtigen en afwerken met dunpleister.

Dikke sliklaag

Vooral bij die eerste methode werd nog wel eens te vroeg gesponst, waardoor het materiaal niet voldoende afgebonden was, en er een dikke sliklaag aan het oppervlak achterbleef. Dan krijg je een minder goede hechting van bijvoorbeeld een muurverfsysteem.’ Dat probleem is volgens Van der Plas inmiddels beter bekend bij stukadoors en komt veel minder voor. En over vlakheid gaat de discussie met schilders ook niet vaak. ‘Vlakheidsmetingen gaan meestal over meetafstanden van 0,2, 0,4, 1 of 2 meter, of de muur wel mooi strak, en vlak is afgewerkt. We controleren dat met een precisie-rei die we op de muur zetten en een kaliberwig. In de STABU-besteksomschrijving, paragraaf 40 Stukadoorswerk en de NEN 13914-2, voor stukadoorswerk binnen staan de vlakheidstoleranties die zijn toegestaan.’

Voor schilderwerk is vooral de gladheid van het oppervlak belangrijk. Van der Plas: ‘Een schilder zal niet zomaar een muurverf over vers stucwerk zetten. Dat staat ook niet in de verwerkingsvoorschriften van de verffabrikant. Het werk van de schilder begint met de voorbewerking. Er is één handig weetje: een met gips gestuukte muur die wit is droog. Want gipsgebonden stucmateriaal droogt van binnen naar buiten, anders dan bij verf. Bij groep 1 stukadoorswerk zou de schilder dan alleen hier en daar met een schuurpapiertje een oneffenheidje, een slagspoor/spaanslag van het pleistermes, een krasje moeten hoeven wegwerken. Daarna is het een kwestie van gronden met een voorstrijk of primer en dan kun je schilderen.’

Strijklicht maakt ruwe plekken en krasjes ongenadig zichtbaar

Strijklicht

Heb je dan de garantie van een superstrakke wand? ‘Nee,’ geeft Van der Plas toe. ‘De voorschriften sluiten bijvoorbeeld een beoordeling achteraf bij strijklicht uit. Onder andere omdat strijklicht ook daglicht kan zijn, en dat kan per uur van de dag en per seizoen verschillen. Dat neemt niet weg dat je soms van tevoren al weet dat er strijklicht op een muur zal komen. Door wandlampen of spotjes die langs de muur schijnen. En precies daar is denk ik nog wel tot nadere bepalingen te komen. Er moet dan immers extra strak gewerkt worden.’

In zulke gevallen is het in ieder geval aan te raden om de muur vóór het schilderen plaatselijk bij te werken en in zijn geheel machinaal te schuren. Maar niet te diep, Van der Plas: ‘De korrels in een stuclaag zijn grover naarmate je dieper komt, dus te lang schuren levert juist een heel korrelig resultaat.’ En ook niet pas nadat er al geschilderd is. ‘Als je dan gaat bijpleisteren blijf je dat altijd als een reparatieplek zien.’

Het beste is, en dat staat ook sinds jaar en dag in de richtlijn, om vooraf een proefstuk te maken voor de opdrachtgever. Zo kan die, in overleg met de schilder en de stukadoor afspreken wat er moet gebeuren. Overigens, wil Van de Plas maar gezegd hebben, is helemáál strak stukadoorswerk, onder allerlei type lichtomstandigheden niet haalbaar, maar ook niet wenselijk. ‘Stukadoren is een ambacht, je zult altijd kunnen zien dat een muur gestuukt is. Maar je wílt ook dat dat leven er in zit. Anders moet je gaan werken met plaatmateriaal ofzo.’

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie gegevens worden verwerkt.


PPG verlengt Colorful Communities tot en met 2035

Baan Twente wederom beste Mercedes-Benz Van ProCenter

Oostveen overgenomen door Hoogstraten Haarzuilens

Geen versoepeling regels voor Oekraïense zzp’ers

Soudal slaat vleugels uit naar Japan