Schildertechnisch zitten er wel een paar interessante dingen in dit project. Maar Jacq van Aarle, directeur van Van Aarle Vastgoedonderhoud, heeft tegenwoordig ook verstand van betonstorten, keukens installeren, luchtbehandeling, elektriciteit en restaurantinrichting. Niet echt natuurlijk. ‘We doen die met vaste ketenpartners die deskundig zijn op hun vakgebied’.
Achter het Tilburgs Centraal Station bevindt zich De Spoorzone, een groot terrein met verschillende oude gebouwen waar vroeger de NS de treinen voor groot onderhoud naartoe stuurde. De NS is weg, de loodsen worden herbestemd. Het gebied moet geen barrière zijn tussen het centrum en de achterliggende wijken, waar ook het Textielmuseum en museum De Pont gevestigd zijn, maar juist een verbinding worden. Bijvoorbeeld door er horeca te vestigen, zoals in de voormalige Houtloods, die nu een restaurant herbergt, uitgebaat door de jonge ondernemers gastheer Sander Overweg en chefkok Nik Tonglet. Zij kwamen op het idee om naast hun prijswinnende restaurant een ‘ruiger jonger broertje’ te beginnen, in twee oude treinwagons, geparkeerd op het spoor dat er toch al lag.
‘We gaan het “Eetbar De Wagon” noemen’, vertelt Overweg. ‘De Houtloods is echt een restaurant, al zijn we ook daar voor transparantie: we hebben een open keuken, de gasten kunnen aan de toonbank eten en de koks zien werken. In de wagons willen we een soort eetcafé beginnen, maar dan met de kwaliteit die we ook in het restaurant serveren. Daar moet de uitstraling ook bij passen.’
Een uitstraling die grotendeels in samenspraak met Jacq van Aarle bepaald wordt. Hij is namelijk sinds de start, vorige zomer, projectcoördinator van de complete verbouwing en inrichting van de wagons. ‘Het zijn twee verschillende rijtuigen, allebei van rond 1930. Ze hebben ze gekocht van de NS, die bij Goes een emplacement heeft’, vertelt Van Aarle. ‘We hebben wekelijks overleg. Samen hebben we bepaald hoe het er van binnen en van buiten uit komt te zien, al nemen we veel definitieve beslissingen tijdens het werk. Wel alles binnen het gestelde budget, want ook voor de bewaking daarvan ben ik verantwoordelijk.’
De wagons staan op een vaste plaats en worden daar op gas, water, licht en riool aangesloten. Ze zijn aan elkaar verbonden met een element, ontworpen door Bedaux de Brouwer Architecten in Goirle. Dat moet er als zo’n ‘harmonicaverbinding’ uit komen te zien. Ervoor komt een nieuw perron dat deels terras gaat worden. Binnen komt een open keuken, een drankenbar waar je aan kunt zitten om te eten, een compartiment waar je op de oude treinbanken met zijn zessen aan een tafel kunt eten, een toiletgroep en een ruimte voor vergaderingen, partijen en presentaties.
‘We zijn begonnen met het slopen van de ruimten waar helemaal iets nieuws moest komen’, vertelt Van Aarle. ‘En met het conserveren van de buitenkant. We kwamen er gelukkig snel achter dat de verf die er nog op zat, chroom 6-houdend was. We hebben de complete wagons toen in een tent gezet en ook de grond eronder afgedekt. Daarna heeft een gespecialiseerd bedrijf de verf er af gestraald met water en olivinezand. Dat is sowieso een goed straalmiddel, maar bovendien bindt water, zand en verf goed aan elkaar, zodat we de resten konden opvangen en afvoeren als chemisch afval.’
De buitenkant is vervolgens gegrond met Brantho-Korrux en daarna afgewerkt met Sigma S2U zijdeglans. ‘Van de opschriften, typenummers en dergelijke, hebben we foto’s genomen, die gaan we weer allemaal op de juiste plaats terug aanbrengen.’ Te zien is dat delen van het staal helemaal weggecorrodeerd zijn. Op sommige plaatsen hebben de mensen van Van Aarle dat bijna onzichtbaar hersteld en overgeschilderd, maar op andere plaatsen wordt uiteindelijk een metalen plaat erop gelast en daarna overgeschilderd. De treinen zijn namelijk al meerdere keren op die manier behandeld: voormalige uitlaten van de oude dieselgestookte verwarmingspijpen zijn ook met oplasstukken dichtgezet.
Het hele project moet in juni afgerond zijn, maar het restaurantgedeelte moet 21 april draaien. Van Aarle heeft er vertrouwen in. ‘Ik ben aan dit project gekomen door een van de investeerders, die ik persoonlijk ken. Die wist dat ik ervaring heb met dit soort werk. Hij zei wel: “Jacq, kun je ook lassen?”, waarop ik zei: “ik kan ook niet breien, maar ik draag wel soms een trui.” We doen dit met een groot aantal vakbekwame ketenpartners. En het is een leuk project: iedereen vindt het mooi om er aan mee te werken, oplossingen te verzinnen. Maar ondertussen is het wel gewoon een commercieel project.’
Het aantal oplossingen dat gevonden moest worden is groot. Zoals de afzuiginstallatie: de dampen worden onder de wagonvloeren door afgevoerd, om geen apparaten op het dak te hoeven zetten. Of zoals de ramen: het waren beweegbare enkelglasramen, die werden geleid door messing geleiders. Een paar ervan konden blijven. De andere ramen werden vervangen voor gelamineerd of isolerend glas in op maat gemaakte rvs kozijnen. Of zoals de omtimmering van de deuren: er is veel teruggevonden en er wordt veel nagemaakt. Of zoals de armleuningen die in- en uitstappen van de banken, als er een tafel tussen staat, lastig maakt. De armleuningen zijn zorgvuldig afgezaagd en de betimmering wordt hersteld in de oude situatie. Of zoals de armaturen, de bitumen op het dak, de uiteindelijke kleurkeuze… Van Aarle: ‘Ik kom meestal aan het begin van de dag even kijken en aan het einde. We spreken wensen door met de opdrachtgevers en zaken waar de uitvoerders tegenaanlopen. We bekijken opties en ik geef mezelf en de anderen maximaal een dag om een beslissing te nemen. We moeten nu eenmaal snel handelen om de planning te halen.’
Als het straks op afschilderen aankomt, denkt Van Aarle hier misschien vier schilders tegelijk te hebben lopen. Niet veel voor het 34 vakmensen grote vastgoedonderhoudsbedrijf. ‘Gelukkig profiteren wij ook van de opverende markt’, glimlacht de directeur. ‘Onze investeringen in resultaatgericht vastgoedonderhoud leveren nu wat op, we hebben mooie langlopende contracten kunnen sluiten. Werk zoals dit is geweldig om te doen, maar onze belangrijkste omzet komt uit opdrachten voor corporaties en zorg- en onderwijsinstellingen.’
Foto:
Uiteindelijk zorgt de schilder voor de finishing touch
Foto: JMS