Ga naar hoofdinhoud

Uitzenden én opleiden


Een aantal zaken is nog oningevuld in de plannen die Maurice van Geel en Adri van de Velde hebben rond het scholen van uitzendkrachten als schilder. Maar dat er een ‘Flexschilder-opleiding’ gaat komen, deze zomer nog, en dat dat iets is waar schildersbedrijven om staan te springen, dat is voor de heren een uitgemaakte zaak.

Mijnheer van de Velde, u was toch schilderdirecteur? Vanwaar deze stap?

Van de Velde: ‘Ik ben nu 62 en realiseerde me: als ik nog een keer echt iets anders zou willen doen in mijn leven moet het nu. Ik had het geluk dat ik tegen de gecombineerde schildersbedrijven Ribbstyle en Da Vinci Meesterschilders aanliep. Die zochten uitbreiding met precies de mensen en faciliteiten die ik had: een mooi klantenbestand, zeer goede schilders, een bescheiden spuiterij en een loods voor het lakken van jachten. Inmiddels is mijn bedrijf, dat ik dertig jaar geleden zelf begon, in goede handen.’

Maar waarom bent u een uitzendbureau begonnen?

Van de Velde: ‘Dat is mooi van de Flexchilder-formule: ze zoeken mensen met veel ervaring in de branche, die vanuit huis, ondersteund door hun hoofdkantoor, voor eigen rekening uitzendbureau worden. Je wordt dus meteen zelfstandig ondernemer, zij het op franchisebasis. En dan: ik ben één van de oprichters van het Vakcentrum voor schilders in Goes en ben er jarenlang instructeur geweest. Ik wilde iets met scholing doen.’

Scholing? Schilders in de uitzendbranche zijn toch gewoon vakvolwassen mensen?

Van Geel: ‘De kwaliteitseisen verschillen ook enorm tussen schildersbedrijven. Wat voor de één prima schilderwerk is, vindt de ander ronduit slecht.’
Van de Velde: ‘Ik leende op een gegeven moment drie vijftig-plusschilders in voor mijn schildersbedrijf. Nu moet ik wel zeggen dat mijn bedrijf aan de bovenkant van de markt zat. Die drie hadden allemaal prima papieren. Maar er zat er maar één bij die echt wat kon.’

En daar gaan jullie wat aan doen?

Van Geel: ‘Ja, ook aan oudere schilders die om- of bij moeten leren. Maar in eerste instantie richten we ons op de groep gemotiveerde mensen die ouder is dan 21, graag schilder wil worden, maar nu overal buiten de boot valt. Als gevolg van wetgeving, tot grote frustratie van die mensen zelf én van de onderwijsinstellingen én van de bedrijven. Zo’n jongen wil graag schilderen, maar kan het nog niet. Hem als schilder in dienst nemen kost veel te veel, omdat de productiviteit te laag is, en twee jaar werkend-leren zit er ook niet in.’
Van de Velde: ‘Wij gaan modules aanbieden: een basisopleiding ongeveer tot niveau 2 in tien intensieve dagen. Ontdaan van alle theoretische ballast, een beetje zoals we het vroeger deden: eerste leren afbranden, schuren en plamuren. Als je dat goed kan, leren gronden en besnijden, enzovoorts. Zodat ze aan het eind van zo’n cursus op een soort startniveau zitten.’
Van Geel: ‘Dan heb je dus nog geen vakvolwassen schilders, maar uitzendkrachten met een vakgerichte training. Zoals elke schilder moeten ze de rest dan vooreerst in de praktijk leren. Maar dat gaat dan ook, omdat ze die kennis hebben én omdat ze relatief goedkoop zijn.’

Gewoon, eigenlijk, beginnend schilders, maar dan buiten de Schilders-CAO. Mag dat?

Van de Velde: ‘Het gaat om een groep mensen die graag in onze branche aan de slag wil, maar er daar door regels van weerhouden wordt. Als je ziet hoeveel mensen we op korte termijn gaan nodig hebben, door de vergrijzing, dan kunnen we iedereen gebruiken.’
Van Geel: ‘Het gaat hier om een heel helder verhaal: mensen die onder de Uitzend-CAO vallen en toch het schildersvak leren. Trouwens: niet iedereen realiseert zich wat er tegenwoordig allemaal wordt toegelaten in de branche. Het is ook nergens te vinden, maar als je er om vraagt kan er van alles: wel of niet vakantiebonnen, wel of niet pensioen afdragen, wel of niet loon volgens de Schilder-CAO. Wij en onze uitzendkrachten rekenen ermee en schildersbedrijven profiteren ervan.’

En dan krijg ik een Flexschilder met een basisopleiding, maar ik heb juist een glaszetter nodig…

Van de Velde: ‘Dat is nu juist het idee: we gaan steeds op zoek naar de match tussen een kandidaat en de behoefte van een schildersbedrijf. Wat wil dit specifieke schildersbedrijf dat de schilder moet kunnen. Dan trainen we die vaardigheid. We bekostigen die training door gebruik te maken van bestaande regelingen en voorzieningen en door het aanboren van nieuwe fondsen.’

Maar als uitzendkracht heb je daar uiteindelijk niets aan: je bent getraind voor één bedrijf en blijft uitzendkracht

Van Geel: ‘Nee, dat is niet de bedoeling. We zijn in overleg met kenniscentrum Savantis hierover. Eerst willen we een soort ‘Flexschilder-certificaten’ gaan uitdelen als mensen een onderdeel met goed gevolg hebben aangeleerd. Maar we zoeken naar mogelijkheden om die certificaten ook toetsbaar te maken, bijvoorbeeld eens of meerdere keren per jaar een landelijk examen, af te nemen door Savantis. Uitzendkrachten met voldoende certificaten, zouden dan op kunnen gaan voor zo’n examen. Leggen ze het met goed gevolg af, dan zitten ze officieel op niveau 2 en zijn ze vakvolwassen schilders.’

Ho, ho… dit gaat landelijk draaien?

Van de Velde: ‘Dat is de bedoeling en daar ga ik de begeleiding in doen. Niet elk Flexschilder-filiaal zal evenveel affiniteit met onderwijs hebben. Dus in die regio’s kan ik dan bijspringen. We houden ook zeer onze ogen open voor oudere werknemers waaronder leermeesters die in deze tijd met pensioen gaan. Die zouden heel goed best nog wel wat uurtjes als instructeur willen optreden. Hier in Goes hebben we al goede afspraken over het huren van ruimtes van het plaatselijke vakcentrum. We willen gaan scholen in de avonduren en vakanties, als die ruimten toch leeg staan. Zo’n afspraak moet met andere vakscholen ook te maken zijn.’

Dit is dé oplossing voor de toekomst?

Van Geel: ‘De schildersbranche is één van de weinige branches die de scholing onderdeel heeft gemaakt van de CAO-afspraken. In andere branches zijn die zaken veel meer losgekoppeld. Daar zijn leerlinglonen en instapschalen veel gebruikelijker. Er zijn veel knelpunten en iedereen zoekt daar zijn weg in. Zoals de vmbo’s die in voortgezette scholen leerlingen in een BOL-constructie opleiden… uiteindelijk zal er toch een herziening van de regels moeten komen, als we de instroom enigszins op peil willen houden.’

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie gegevens worden verwerkt.


De Bouwpraktijk opent vestiging in Barendrecht

Puts nieuwe topman van OTTO Work Force

Bijna tweederde ondernemers bezorgd over zero-emissiezones

Bijna 130.000 bestelauto’s geregistreerd in 2024

Amy Davidson vertrekt bij verhuizend OnderhoudNL


Naar archief >