Uitzendbureaus die ook bemiddelen in zzp’ers, hoe moeten die handelen nu de Wet DBA de VAR-regeling heeft opgevolgd? Hoe voorkomen ze dat ze zelf, de opdrachtgevers of de zzp’ers zelf in de (belasting)problemen komen? Uitzendkoepel NBBU voert een keurmerk in. Fariël Dilrosun, hoofd Juridische zaken van NBBU, legt uit wat daarmee geregeld wordt.
Uitzendbureaus die in zzp’ers bemiddelen… inderdaad meteen al onduidelijk!
‘Dat kan ik me voorstellen. Uitzenden en bemiddelen zijn verschillende dingen en juist daar gaat het wel eens mis. Daarom spreken we ook over “bemiddelaars”. We hebben het hier over bedrijven die zzp’ers, bijvoorbeeld schilders, en opdrachtgevers, bijvoorbeeld schildersbedrijven, bij elkaar brengen. De zzp’er en de opdrachtgever gaan vervolgens een uitvoeringsovereenkomst aan, dat zal meestal een modelovereenkomst zijn. De bemiddelaars kunnen eenmalig een betaling vragen, van een of van beide partijen. Maar soms laten de zzp’ers ook de facturering, de betaling of het debiteurenbeheer via de bemiddelaars lopen. Makkelijk voor de opdrachtgevers, want die krijgen eenduidige en gecontroleerde facturen, wel steeds met het logo van de betreffende zzp’er er op. En ook makkelijk voor de zzp’er. Die weet dat zijn factuur verstuurd en bewaakt wordt. In sommige gevallen, als de opdrachtgever heel lange betalingstermijnen hanteert, kunnen de bemiddelaars zelfs ook voorfinancieren.’
Maar zijn die zzp’ers dan nog wel échte zelfstandigen?
‘Nou, precies daar gaat het keurmerk over. In veel gevallen zijn die bemiddelaars daarnaast ook nog uitzendbureau. Dat kan tot verwarring leiden. Er zijn nog altijd bemiddelaars die zzp’er uitzendcontracten aanbieden. Dat kan echt niet. Het risico dat de Belastingdienst zal oordelen dat de zzp’er in werkelijkheid in loondienst was, en dat er loon en loonbelasting verschuldigd is, is dan levensgroot.’
Dat was met de VAR wel anders…
‘Ja, toen de Verklaring arbeidsrelatie (VAR) er nog was, werd dat als een vrijwaring beschouwd: de zzp’er had een verklaring van de Belastingdienst dat hij zelfstandige was. Weliswaar kon toen, in theorie, ook door de fiscus gecontroleerd worden of dat wel echt zo was. Of de zzp’er niet eigenlijk onder leiding en toezicht werkte. Dat zijn twee belangrijke criteria. Maar dan moest er op de werkplek zelf naar de feitelijke situatie worden gekeken. Dat gebeurde vrijwel nooit. De Wet DBA heeft er veel meer een gedeelde verantwoordelijkheid van gemaakt: men tekent samen een contract. Dat moet al kloppen. En vervolgens moet de praktijk ook overeenstemmen met het contract.’
Er zijn nog niet veel misstanden geconstateerd, zover wij weten
‘Klopt. Maar er geldt dan ook een overgangstermijn tot 1 mei 2017. Tot dan krijgen bedrijven de tijd om het allemaal goed te regelen. Daarna gaat de overheid handhaven, is gezegd. De bemiddelaars die nu dit keurmerk hebben, laten daarmee zien dat ze het nu al goed voor elkaar hebben.’
Wat houdt het keurmerk in?
‘Zekerheid dat de dienstverlening ook echt bemiddeling is. Wat heel belangrijk is, dat het allemaal op de juiste manier geadministreerd wordt en dat ook de geldstromen transparant zijn. Een van de bedrijven die aan de pilot meedeed en nu ook een keurmerk heeft, is Prima ZZP. Dat is ook een uitzendbureau, maar voor zzp-bemiddeling is een aparte bv opgericht. Dat maakt meteen al duidelijk hoe je er in staat. Wat ook belangrijk is, de zzp’ers krijgen een bemiddelingsovereenkomst, volgens een model dat goedgekeurd is door de Belastingdienst. De zzp’er sluit dus een modelovereenkomst met zijn opdrachtgever en een modelbemiddelingsovereenkomst met de bemiddelaar. Verder moet het steeds duidelijk zijn dat er individueel gefactureerd en uitbetaald wordt. Ook belangrijk, het uiteindelijke risico, het risico van niet-betalen door de opdrachtgever, moet bij de zzp’er liggen.
Het is dus een kwestie van de administratie op orde hebben?
‘In wezen wel, want een groot deel van de dienstverlening bestaat uit het regelen van papierwerk. En hoe gecompliceerder de bemiddeling is hoe belangrijker dat is. Het heeft best een flinke tijd en veel overleg gekost om de juiste normen en voorwaarden vast te stellen. Onafhankelijke certificeerders kennen de erkenning toe. Er zijn zes bedrijven uit de pilot gekomen met een keurmerk, nu volgen bureaus die het keurmerk ook willen gaan halen. Ik zie twee mogelijke ontwikkelingen: ofwel de branche voert deze manier van werken heel breed in en heeft dan eigenlijk geen behoefte meer aan een keurmerk ofwel het blijft een manier om je te onderscheiden. Dan maken we er ook een onafhankelijke stichting van.’
Ja, want we hebben het hier niet over intermediairs, bedrijven die zelf zzp’ers contracteren en zelf werk aannemen…
‘Inderdaad. “Tussenkomst” is ook nog een variant. De intermediair sluit dan de zelf de modelovereenkomst af en de zzp’ers werken in diens opdracht. Ook die variant mag, daarvoor bestaat dan weer de SNA, de Stichting Normering Arbeid. Bureaus die die SNA-erkenning hebben, hebben dat meestal goed geregeld.’
Een schilder en een schildersbedrijf gaat het al snel duizelen…
‘Begrijpelijk. En dan kun je als schilder natuurlijk ook nog op verschillende manieren achter elkaar werken: soms in dienstverband, soms als uitzendkracht en soms als zzp’er, al dan niet bemiddeld. Alleen niet steeds voor dezelfde opdrachtgever, dat geeft problemen. Als NBBU vinden we dat de overheid eigenlijk, van bovenaf, minder vast moet houden aan vast werk voor onbepaalde tijd als norm en al deze nieuwe en flexibele manieren van werken op een gelijkwaardige manier zou moeten beoordelen. Maar voor we zover zijn zal het nog wel een tijd duren.’
Bij de foto:
Fariël Dilrosun: ‘Ofwel dit keurmerk is over een tijdje overbodig, ofwel het wordt iets permanents’
Foto: JMS