Schade aan maatvast geveltimmerwerk wordt door de timmerindustrie vaak toegeschreven aan de kwaliteit van het verfsysteem en/of de bouwschilder. Verfleveranciers en schilders op hun beurt wijzen graag naar de timmerfabrikant omdat op de plaats van de schade vaak celdeformatie in het hout wordt geconstateerd, waardoor de laklaag plaatselijk extreem wordt belast. Een nadere analyse.
Dit artikel gaat over celdeformaties op afrondingen van ramen, deuren en kozijnen. Celdeformatie zou je het beste kunnen omschrijven als vervorming van hout. De mogelijkheid tot vervormen is voor meubelmakers gunstig. In een aantal gevallen waarbij er een beschadiging optreedt op een kostbaar meubelstuk, doordat er bijvoorbeeld een hamer op valt, nemen de houtcellen de klap op door te vervormen. De meubelmaker is dan in staat door met een vochtige doek en een strijkijzer de vervormde cellen weer te laten terugveren door de celwanden water te laten opnemen waarbij de eerder vervormde cellen sterker opzwellen dan dat niet vervormde cellen dat doen en daarbij weer hun oorspronkelijke vorm aannemen.
Op industriële schaal ligt dat net even anders. Houtcellen vervormen niet zomaar. Het voorbeeld van de meubelmaker gaf al aan dat een klap met een hamer een oorzaak kan zijn. In de timmerfabriek is het machinaal bewerken van het hout de zwaarste belasting op de houtcellen. In het verleden is de relatie tussen het gebruik van bot snijgereedschap en het ontstaan van celdeformatie aangetoond. Naast deze factor spelen ook doorvoersnelheid, aandrukkracht, beitelhoek, snelheid van de freeskop en dichtheidsverschillen in het hout een rol. Verder is de ene houtsoort gevoeliger dan de andere en is er zelfs verschil tussen sortimenten.
![10584 75D ronde kant celdeformatie 4X Typische celdeformatie op afrondingen in loofhout (meranti) waarbij grote vaten zijn ingedrukt. In beide foto’s is op de afronding een probleem ontstaan met relatief grote houtvaten die dicht onder het oppervlak liggen en daar, bijvoorbeeld als gevolg van bot snijgereedschap, te maken krijgen met grote krachten op het hout waardoor de vaten worden samengedrukt.
Wanneer de in dit gebied samengedrukte cellen en vaten met vocht in aanraking komen, vaak is dat in de bouwfase in vochtige periodes, dan zullen ze weer hun oorspronkelijke vorm aannemen. Samengedrukte gebiedjes op de afronding richten zich op en de verflaag kan dit niet altijd opvangen. In het laatste geval zal de verflaag barsten.](https://www.schildersvak.nl/wp-content/uploads/2015/01/10584-75D-ronde-kant-celdeformatie-4X-281x225.jpg)
![110193 A celdeformatie 4X Typische celdeformatie op afrondingen in loofhout (meranti) waarbij grote vaten zijn ingedrukt. In beide foto’s is op de afronding een probleem ontstaan met relatief grote houtvaten die dicht onder het oppervlak liggen en daar, bijvoorbeeld als gevolg van bot snijgereedschap, te maken krijgen met grote krachten op het hout waardoor de vaten worden samengedrukt.
Wanneer de in dit gebied samengedrukte cellen en vaten met vocht in aanraking komen, vaak is dat in de bouwfase in vochtige periodes, dan zullen ze weer hun oorspronkelijke vorm aannemen. Samengedrukte gebiedjes op de afronding richten zich op en de verflaag kan dit niet altijd opvangen. In het laatste geval zal de verflaag barsten.](https://www.schildersvak.nl/wp-content/uploads/2015/01/110193-A-celdeformatie-4X-281x225.jpg)
![Schade afronding dorpel Verfonthechting op de afronding van een dorpel. Onder een dergelijke beginnende barst kunnen vaak celdeformaties worden gevonden door met een microscoop naar de dwarsdoorsnede van de afronding te kijken.](https://www.schildersvak.nl/wp-content/uploads/2015/01/Schade-afronding-dorpel-300x225.jpg)
![Typische celdeformatie in naaldhout](https://www.schildersvak.nl/wp-content/uploads/2015/01/Typische-celdeformatie-in-naaldhout-281x225.jpg)
Geveltimmerwerk
Wat weten we over celdeformatie in machinaal bewerkt hout dat in geveltimmerwerk wordt toegepast? Om te beginnen is het ontstaan van celdeformaties een onvermijdelijk fenomeen in een situatie waar op industriële schaal productie wordt gedraaid. Wanneer grote partijen hout in een uniform proces door een serie opeenvolgende machinale bewerkingen wordt gemaakt tot geveltimmerwerk, dan kan het niet anders dan dat een deel van het hout niet optimaal wordt geschaafd. De natuurlijke variatie in hardheid, dichtheid, houtvochtgehalte en structuur in hout kan niet efficiënt worden opgevangen door in line aanpassing van machine-instellingen. Door in het intern kwaliteitssysteem (IKB) goed te regelen dat regelmatig het snijgereedschap wordt gecontroleerd en het ook tijdig wordt vervangen door scherp gereedschap, kan het ontstaan van celdeformatie sterk worden teruggedrongen. Desondanks zal altijd een percentage van het timmerwerk celdeformaties bevatten. Daarnaast is, uit de vele inspecties die Stichting Hout Research (SHR) heeft uitgevoerd, gebleken dat het aanwezig zijn van celdeformatie in geveltimmerwerk op zichzelf geen probleem hoeft te zijn, maar in de combinatie met andere zaken wel tot schade leidt. In de praktijk komen we dit regelmatig tegen: denk aan vroegtijdige schade die ontstaat op afrondingen van dorpels en stijlen.
Verfonthechting
Toch is er tot op heden te weinig onderzoek uitgevoerd naar het effect van celdeformaties op de duurzaamheid van geveltimmerwerk of het ontstaan van gebreken aan het afwerksysteem. We weten dus nog steeds niet goed wat celdeformaties in het hout betekenen voor de duurzaamheid in termen van onderhoudsbehoefte van het geveltimmerwerk. Hierdoor kan de markt vanuit de onderbuik blijven reageren op het vraagstuk van de celdeformaties in geveltimmerwerk. Celdeformaties op afrondingen zijn daarbij wel het meest in het oog springend in relatie tot het ontwikkelen van schade aan geveltimmerwerk. De foto in het kader Afronding geeft een goed beeld van hoe een dergelijk schadebeeld er uit ziet wanneer het aan de buitenkant zichtbaar wordt. Soms gebeurt dit al vrij snel na uitlevering aan de bouw, maar het kan ook veel later optreden.
Vanuit het opbouwen van spanning op de verflaag, door het opveren van samengedrukte houtcellen, ontstaat uiteindelijk een barstje in de verflaag. Hierop kan een extreme vochtbelasting ontstaan waarna, afhankelijk van de oriëntatie op de zon, dit snel kan uitbreiden tot grotere barsten en verfonthechting.
Laagdikte
Levert celdeformatie in het hout dan altijd schade op? Nee, gelukkig niet. Celdeformaties zijn naar mening van SHR nooit de enige reden waardoor zich verfonthechting voordoet. Uit onderzoek weet men dat de gangbare timmerindustrie-verfsystemen goed in staat zijn om spanningen uit het hout op te vangen, wanneer die onder de juiste omstandigheden zijn aangebracht en gedroogd in de juiste droge verflaagdikte.
Het ontwikkelen van schade uit celdeformaties is een teken dat er meerdere factoren niet voldoende worden beheerst in de weg naar plaatsing van het gevelelement in de bouw. Een van de meest belangrijke daarin is het niet optimaal aangebracht zijn van de verflaag. Onvoldoende droge verflaagdikte op en rond de afrondingen, niet gesloten zijn van de verflaag op grove poriën of op pinholes en luchtinslag in de verflaag zijn belangrijke signalen dat het proces van industriële verfapplicatie niet voldoende wordt beheerst.
Houtinhoudstoffen
Ook belangrijk is de belasting die het gevelelement, met daarin al de hiervoor beschreven verzwakkingen, in de bouwfase en daarna krijgt te verduren. De zwaarst belaste delen krijgen het eerst met het schadebeeld te maken, terwijl de minst belaste delen, geen schade gaan vertonen. Een volgend, niet onbelangrijk punt, is de houtsoort in combinatie met het aangebrachte verfsysteem. Soms komt het voor dat houtinhoudsstoffen een goede filmvorming en/of droging van het verfsysteem belemmeren. Er ontstaat dan een extra risico op het ontwikkelen van schade.
Hoe nu verder met celdeformatie in geveltimmerwerk? Uit bovenstaande blijkt wel dat celdeformaties bijna niet te voorkomen zijn in een industrieel proces van houtbewerking. Goede procesbeheersing en navolgen van de reeds bekende richtlijnen voor goed vakmanschap, zoals vastgelegd in de KVT en in het KOMO-certificatiesysteem, zijn normaal gesproken afdoende om met potentiële problemen vanuit celdeformaties af te rekenen. Via deze weg wordt namelijk door de timmerfabriek getoetst op verdraagzaamheid tussen hout en afwerksysteem en is er beleid voor wat betreft het tijdig vervangen van snijgereedschap. Bovendien is er controle op juiste applicatie en droging van het verfsysteem in voldoende droge verflaagdikte en worden in het verdere traject tot oplevering voldoende beschermende maatregelen getroffen om de bouwfase op een goede manier te doorstaan.
Verbeterpunten
Waar in de visie van SHR nog ruimte voor verbetering ligt, is op drie onderdelen:
1. De timmerfabriek zou in het IKB moeten vastleggen dat ook droge verflaagdikte op afrondingen wordt gemeten. Dat is nu een onderbelicht aspect wat het in voorkomende schadegevallen heel moeilijk maakt aan te tonen wie de veroorzaker is voor te weinig verf op de kanten. De timmerfabriek die te weinig heeft aangebracht op de kanten, of de bouwschilder die de kanten heeft doorgeschuurd?
2. De markt zou meer moeten nadenken over het toepassen van ruimere afrondingsstralen, dit heeft misschien niet direct invloed op het verminderen van het ontstaan van celdeformatie, maar helpt wel om op de afrondingen in een industrieel proces een gelijkmatigere voldoende dikke droge verflaag aan te brengen. De bouwschilder is daarmee ook beter in staat die juiste droge verflaagdikte in stand te houden, omdat hij minder makkelijk de kanten doorschuurt en zelf ook een egalere droge verflaag kan aanbrengen over de ruimere afrondingsstralen.
3. Opslag op de bouwplaats en na montage in de gevel zou feitelijk moeten gebeuren onder omstandigheden waarbij het gevelelement wordt verwarmd tot boven het dauwpunt, of dat wordt voorkomen dat het gevelelement afkoelt tot onder het dauwpunt. In de wintermaanden kan zo de tijdsduur dat er condensvocht op de gevelelementen staat, sterk worden gereduceerd. Dit zal het houtvochtgehalte tijdens de bouwfase veel langzamer laten oplopen waardoor het aantal daaraan gerelateerde problemen ook sterk zal afnemen. Dit vergt op diverse plekken in de keten initiatief om na te denken over optimaliseren van planning, beter toepassen van tijdelijke beschermende maatregelen en toepassen van mogelijke nieuwe aanvullende beschermende maatregelen.