Euh, een corporatie op de stoel van een uitzendbureau?
‘Daar vergis je je in. Wij zijn als Mitros een maatschappelijke organisatie en verhuren goede, betaalbare woningen aan mensen met een laag inkomen. In Utrecht woont een op de vijf mensen in een woning van ons. Dat is vrij fors. In totaal bezitten we 28.000 woningen in Utrecht en Nieuwegein. Dat geeft ons een bijzondere plaats in de stad en de regio. Daarbij hoort een verantwoordelijkheid, zoals zorgen voor leefbare wijken en segregatie tegengaan. Dat doen we in nauw overleg met onder meer onze huurderskoepel en de gemeenten.’
En de schilders dan?
‘Ook dat zien we als onze verantwoordelijkheid: dat zij niet in de wintermaanden thuis hoeven te zitten. Gelukkig is dat al enige jaren niet meer zo, doordat we resultaatgericht samenwerken met vijf onderhoudsbedrijven: Wits Utrecht, Rutges Vernieuwt, Talen Vastgoedonderhoud, SW Vastgoedverbetering en Hagemans Vastgoedonderhoud. Zij zijn van januari tot en met december voor ons aan het werk volgens de prestatieafspraken die wij met hen hebben. Dat is mooi, maar tegelijkertijd vergrijst het schildersvak. En dat is ook onze zorg.’
Daarom dus de Kwastendag?
‘In onze samenwerkingscontracten is een paragraaf opgenomen waarin we afspraken maken over “social return”: minder bedeelden een plek geven in de maatschappij. Dat kunnen werklozen zijn of mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt. Doel is hen te helpen van een kansloze naar een kansrijke positie. Naar een baan als schilder bijvoorbeeld. Daar worden deze mensen – misschien wel huurders van ons of hun kinderen – niet alleen zelf beter van, maar ook de onderhoudsbedrijven en wij als opdrachtgever. Want met goede schilders houden wij onze panden vitaal en betaalbaar.’
Hoe bereik en enthousiasmeer je potentiële kandidaten voor de Kwastendag?
‘Via de gemeenten, het UWV en WIJ 3.0, een Utrechtse organisatie voor activering en re-integratie. Ook Stichting Nelis heb ik erbij betrokken. Een sociale club uit Den Haag, vooral actief in de schoonmaakbranche. Zij en WIJ 3.0 weten hoe je op een goede manier in gesprek gaat met de kandidaten. Over zaken als op tijd komen, normen en waarden en omgaan met teleurstellingen. Het vakinhoudelijke gedeelte is in handen van de leermeesters van de onderhoudsbedrijven. Deze ervaren rotten vervullen een cruciale rol. Zij moeten de energie voelen iemand verder te brengen. Het is altijd een combinatie van techniek en sociaal.’
Wat levert dat op?
‘Vorig jaar twintig deelnemers, van wie er vijf aan het werk zijn gegaan. Dit jaar zijn we gegroeid naar 33 deelnemers. Acht van hen gaan nu in een leerwerktraject. Op de Kwastendag maken ze kennis met basisvaardigheden zoals schuren, reinigen, houtreparatie, werken op de steiger en uiteraard schilderen. Wie het in de vingers heeft en gemotiveerd is, krijgt een interne opleiding bij een van de genoemde onderhoudsbedrijven. De opleiding bestaat uit een praktijkgedeelte, maar ook uit theorie. Een kort en intensief programma van twee à drie weken, dan blijft iedereen scherp en bij de les. Wie dat goed aankan, krijgt een contract. De intentie is heel duidelijk een langdurige samenwerking. Stel dat het op één project nog niet goed draait, dan gaan we met de kandidaat door naar een volgend project.’
Welke deelnemer heeft de meeste indruk op je gemaakt?
‘Ik denk meteen aan de man uit Syrië die vorig jaar meedeed. Hij was vastbesloten van Nederland zijn tweede vaderland te maken. Hij zei: “Nederland biedt mij zoveel kansen, ik wil deze kans pakken.” Dat hij nu een vast contract heeft, verbaast mij gezien zijn motivatie helemaal niet. Van zulke succesverhalen bloeit je hart op. Ook herinner ik me een enthousiaste knul die zijn moeder had verloren aan kanker en van wie de vader werkloos thuis zat. Hij moest werken om het gezin te onderhouden. Ja, soms maak je wrange situaties mee. Maar als iemand zich kan oprichten, is dat prachtig. Deze jongen en de Syrische man zijn overigens bevriend geraakt. Ook is er een appgroep onder de deelnemers. Een van hen kwam eens te laat, waarop een ander zei: “Wat doe je nou? Dit is de kans je leven op te pakken.” Als zij dat onderling tegen elkaar zeggen, maakt dat veel meer indruk dan wanneer wij ze aanspreken.’
Hoe zie je de toekomst van de Kwastendag?
‘Het is gewoon hartstikke nodig en ik kan het andere corporaties aanbevelen. Jonge aanwas aantrekken gaat niet van een leien dakje, een Kwastendag of vergelijkbaar initiatief kan een mooi hulpmiddel zijn. De gemeente vindt het belangrijk, zien we in Utrecht, en schildersbedrijven gaan er vergrijzing mee tegen. Kortom, een gedeeld belang. Bovendien: mensen een kans bieden zit toch in het dna van iedere woningcorporatie?’