‘Jij hebt zeventien jaar achter een bal aan gerend, dus ik weet zeker dat je me niet kunt oplichten.’ Erik Wegh lepelt de anekdote grijnzend op. Het is de spottende reactie van een klant met wie hij zijn eerste deal sluit voor InterCheM, ruim tien jaar geleden. Commercieel is hij op dat moment nog zo groen als het gras waar hij de jaren daarvoor met zijn kicksen overheen hobbelt. Na de jeugd van Vitesse, verdient Wegh als voetballer zijn geld bij NEC, AGOVV, FC Volendam, Cambuur en FC Oss. Zich altijd realiserend, mede ingegeven door zijn ouders: er is meer in het leven. Hoewel hij gezien zijn vwo-diploma naar de universiteit mag, kiest hij voor een commerciële hbo-studie in de avonduren. Want dat is wél te combineren met zijn drukke trainingsschema.
Geselecteerd op het veld
De stap naar InterCheM lijkt een grote. Wegh heeft immers geen chemische achtergrond. Maar in zijn jaren bij Oss krijgt hij al een functie als accountmanager bij die club. ‘Sponsors werven. Zo bouwde ik een goed netwerk op.’ Rens Zwanenburg, de toenmalige directeur van InterCheM, is een van de mensen die op zijn pad komt. Hij verleidt hem bij de Beuningse afvalverwerker en producent van oplosmiddelen, lakken en coatings te komen werken. ‘Rens heeft mij, zoals hij zelf zei, geselecteerd op het veld.’
Dan al beseft Wegh dat zijn nieuwe werkgever een geheel eigen positie inneemt. ‘Er zijn meerdere afvalbedrijven die pretenderen duurzaam en circulair te zijn, maar een eigen productiefaciliteit – zoals wij – hebben ze niet. Aan de andere kant zijn er producenten van verf en oplosmiddelen, maar zij zamelen geen afval in. Juist die combinatie maakt ons uniek en aansluitend op de huidige tijdgeest. Het destilleren van oplosmiddelen uit afval doen wij al zó lang. We maken letterlijk nieuwe verf van verfresten. Maar we waren daar te bescheiden in. Daarom heb ik zusterbedrijf Inter-GreeN in het leven geroepen, om meer naar buiten te treden met onze productiepoot.’
Belangrijk wapenfeit is de samenwerking met AkzoNobel. Daarmee weet InterCheM eindelijk de huisschilder te bereiken. ‘Een industriële lijn hadden we al, maar de schildersmarkt is van origine toch wat conservatiever. Met onze private label-lijn van gerecyclede verf kwamen we daar niet zo goed tussen. Een aantal merken is dominant en daar vallen veel schilders op terug. Als het bij de groothandel staat, kopen ze het wel, maar groothandels zeiden juist tegen ons: wij zetten jullie verf hier pas neer zo gauw er vraag komt. Daar bleven we tegenaan lopen, hoewel we her en der wel een projectje deden met schildersbedrijven die wat vooruitstrevender waren.’
Gezamenlijke receptuur
Maar aan de horizon lonkt 2050 en daarmee Europa’s ambitie het eerste klimaatneutrale continent te worden. Een grote speler als AkzoNobel kan zich daarin geen volgende positie permitteren, maar moet vooroplopen. Zo bloeit de liefde tussen de pionier uit de provincie en de ambitieuze multinational. Resultaat is een gerecycled product onder de vlag van een bekend sterk merk: Sikkens Alpha Recycle Mat. Een binnenmuurverf die voor 35 procent is opgebouwd uit herbruikbare afvalresten. ‘Wij zamelen verf in bij milieustraten en schildersbedrijven, of laten dat doen, en halen daar de witte kleuren uit, want die worden het meest geproduceerd. Daar maken we een halffabrikaat van om dit vervolgens te mengen met zuivere Sikkens-verf. We hebben er anderhalf jaar over gedaan een gezamenlijke receptuur samen te stellen. De kennis en kunde van twee kanten hielp enorm om op een hoger kwaliteitsniveau te komen.’
Daarom juicht Wegh ‘samenwerking in de keten’ ook zo toe, wat het hernieuwde lidmaatschap van brancheorganisatie VVVF verklaart. ‘Twee weten meer dan één.’ Dat ervaart hij eveneens bij een recent samenwerkingsproject in het teken van circulariteit in de regio Nijmegen. ‘Vanuit milieustraten en grotere schildersbedrijven krijgen wij weliswaar afval binnen, bij kleinere schilders is dat een ander verhaal. Vaak doen ze het bij het bedrijfsafval of laten een potje bij de klant in de schuur staan, onder het mom: dan kan je altijd nog een keer bijwerken of aantippen. Maar de praktijk leert dat dat nooit gebeurt. Na een jaar of tien wordt zo’n schuur dan een keer opgeruimd en zijn de verfresten niet meer bruikbaar.’
Verbrandingsoven
Lang verhaal kort: groothandel Woodfield krijgt een ontheffing om twee dagen dienst te doen als ‘hub’ waar schilders hun verfafval kunnen brengen. Dat pikt InterCheM op om te recyclen. ‘De oogst was goed, we hebben 6.400 kilo opgehaald. De ene schilder bracht een paar emmers, anderen kwamen met busjes vol. We hebben het druk gehad, zijn wel drie of vier keer op en neer gereden. Andere regio’s hebben ook interesse.’ Tot blijdschap van Wegh, daar veel verfafval volgens hem nog steeds linea recta naar de verbrandingsoven gaat. ‘Hoe we dat kunnen voorkomen, is de uitdaging waar we – de bedrijven in de VVVF – voor staan. In alle bescheidenheid: wij zijn de perfecte partij om duurzaam met al dat restmateriaal om te gaan. We verwerken meer dan 10.000 ton afval per jaar. Daarom willen we de contacten met verffabrikanten graag verder aanhalen.’