Alle campagnes om de mogelijkheden van winterwerk onder de aandacht te brengen ten spijt, particuliere opdrachtgevers, kopers en huurders dus, hebben maar een beperkte kennis van wat de winterschilder inhoudt en wat de mogelijkheden van winterwerk zijn.
Gemiddeld twee derde van de woonconsumenten (kopers en huurders) is bekend met de winterschilder. Ruim een derde niet. Van dat twee derde gedeelte van zowel kopers als huurders dat de winterschilder wel kent, valt op dat de bekendheid vooral voor rekening van de ouderen (>55 jaar) komt (77%) in tegenstelling tot de 18% bij de jongeren (<35 jaar). Wellicht dat een toekomstige campagne daar wat meer bekendheid zou kunnen bereiken.
En op de vraag wat de winterschilder dan precies inhoudt, koppelt zo’n beetje elke woonconsument het fenomeen aan geld: korting op binnenwerk (42%), korting op buitenwerk (8%), korting op binnen- én buitenwerk (28%) of een soort subsidieregeling voor schilders (15%).
De winterschilder gaat natuurlijk over meer dan over alleen een korting. Op de stelling ‘schilderwerk na oktober kan eigenlijk niet meer na oktober vanwege de weersomstandigheden’ is gemiddeld ruim een derde van de particuliere opdrachtgevers het met die stelling eens (zeer mee eens 5%; mee eens 30%). Nog eens 31% staat daar neutraal tegenover: niet mee eens , niet mee oneens. Gemiddeld slechts 22% van de woonconsumenten is het niet eens met de stelling. Kopers en huurders ontlopen elkaar niet veel op dat punt.
Gemiddeld een derde van de kopers en huurders (33%) weet wel dat schilders tegenwoordig over verven, kachels en afscherming beschikken waarmee ze de gehele winter door kunnen werken. Maar een groter deel (36%) is hier niet zo van overtuigd en staat neutraal tegenover dit standpunt. Gemiddeld één op de tien woonconsumenten vindt van niet (10%).