Woningcorporatie Woonpunt, met 18000 woningen in Zuid-Limburg in beheer, liet zich overtuigen van de voordelen van lijnolieverf en zette een proef op. Drie, al aanbesteede, projecten werden aangewezen. Drie schildersbedrijven doen er dus nu ervaring mee op.
‘Wij werken als corporatie nog best traditioneel’, vertelt Frank Hoedemakers, hoofd Onderhoud van Woonpunt. ‘We hebben 16 eigen opzichters in dienst die de werken begeleiden en controleren. We hebben ook een eigen technische dienst, voor service- en mutatieonderhoud. Schilderwerk besteden we per keer aan, op basis van onze eigen onderhoudsinzichten. Overigens wel altijd ruim op tijd. We maken elke lente planningen voor het onderhoudswerk voor het volgende jaar. Dat geeft ons ruim de tijd om de aanbesteding te doen, de schildersbedrijven weten waar ze aan toe zijn, en de werken kunnen zonder vertraging in april beginnen.’
Eric Bastings, opzichter planmatig onderhoud: ‘We selecteren de schildersbedrijven die we uitnodigen voor een aanbesteding uit op basis van wat we over ze weten. Zo moet een bedrijf groot genoeg zijn om een bepaalde klus aan te kunnen. En ook op kwaliteit. Sommige bedrijven zijn beter in het ene soort werk, andere in het ander. Bedrijven die niet voldoen, nodigen we niet meer uit. Het zijn onze bestekken waaraan de schilders moeten voldoen. En wij, opzichters, voeren laagdiktemetingen en dergelijke uit. Sinds kort zijn de bedrijven ook allemaal verplicht om elke dag een logboek bij te houden van de luchtvochtigheid, de temperatuur en de uitgevoerde werkzaamheden. Zo hebben we meer data tot onze beschikking. Uiteindelijk is het steeds onze inschatting of een verflaag aan vervanging toe is. We zijn van de bijwerkbeurten afgestapt, met name om de bewoners niet te vaak lastig te vallen. We investeren liever in duurzame verfsystemen.’
Hoedemakers: ‘We waren dan ook erg geïnteresseerd in een presentatie van Aquamaryn. De Toplin-lijnolieverf van die fabrikant dringt diep in het hout door, heeft een hoge glansgraad en een hoge laagdikte. De kans dat de onderhoudscyclus naar zes, zeven jaar kan is heel aannemelijk.’ Bastings: ‘De eerste verfschades krijg je altijd op de scherpe hoeken, waar een relatief dunne verflaag ligt. Is die laag dikker dan is de kans op verfschade kleiner en dus de kans op behoud van de verflaag hoger.’ Hoedemakers: ‘Daarnaast past deze verf heel goed in ons streven om zo milieuvriendelijk mogelijk te werken.’
De technische mensen lieten zich verder voorlichten door Marc Danens, adviseur van Rigo Verffabriek, de fabrikant van de Toplin-verven, op de vestiging van Felix van der Putten Verf, de verfgroothandel die de verftechnische bestekken voor Woonpunt schrijft. Ze mochten er ook zelf aan de slag met de lijnolieverf. Jan Horsmans, technisch vastgoedadviseur bij Felix van der Putten: ‘Wij verkopen een breed scala aan verven, waaronder lijnolieverf van Toplin. Het is een duidelijke trend, hè? Ook vanwege het feit dat de verf grotendeels wordt gemaakt van vlas dat in Nederland verbouwd wordt.’
De schildersbedrijven Camp, Botterweck en Peter Wijns, die alle drie een werk van Woonpunt in portefeuille hadden, werden geconfronteerd met de aanvullende eis van de corporatie. Ze zien het als een interessante uitdaging en leerervaring voor hun bedrijf. Ze trachten de reeds verkregen opdracht binnen het budget in te vullen. Bastings: ‘Het gaat om een anderhalfbeurt van ons eigen kantoor aan de Statensingel, met 38 bovengelegen woningen, daarnaast om een compleet nieuw verfsysteem voor 46 dertiger jarenwoningen, ook aan de Statensingel, en om een stadswoning met zes portiekwoningen.’
François Vliegen, voorman bij schildersbedrijf Camp, geeft toe dat hij heeft moeten wennen. ‘Het doorstrijken van de verf is heel belangrijk. Je brengt het dotsgewijs aan op een vlak of een kozijn en daarna moet je het echt flink met de kwast doorhalen. Doe je dat niet dan krijg je eilandvorming: ophoping van verf, die gaat “schroeien”, dof uitslaan of zelfs opkrullen.’ Aan de andere kant zorgt de enorme glans van Toplin voor onverwachte verrassingen. ‘Bij deze anderhalfbeurt doen we ook veel houtrotreparaties. Daar is het hout kaal en komen er twee lagen Toplin. Daar is de glans nog net iets dieper dan waar de aflak over de alkyd-onderlaag ligt.’ Danens: ‘Het klopt wel dat wij een zeer hoge glans halen. Dat komt mede door de lijnolie, die glanst nu eenmaal van zichzelf.’
Math Botterweck, directeur van het gelijknamige schildersbedrijf, benadrukt de kostenkant. ‘De droging is aanmerkelijk langer. Bij dit blok huizen worden bijvoorbeeld ook tochtstrips vervangen. Dan moeten we wel vijf dagen wachten voor de verf voldoende is uitgehard. Hetzelfde geldt voor het kitwerk. Op een project als dit betekent het ófwel veel variëren met je inzet van mensen ofwel meer steigers neerzetten omdat je terug moet komen waar je al geweest bent. Je moet kortom je logistiek echt aanpassen aan de verf.’
Het pand in de binnenstad, door Peter Wijns Schilderwerken, is vooral interessant door de bewoners: studenten en jonge werkenden. Bastings: ‘Deze mensen hebben niet veel aandacht voor het schoonhouden van de verflaag en springen er ook niet voorzichtig mee om. Het langer open laten staan van ramen en deuren is hier lastig. We zijn heel benieuwd hoe de lijnolie zich hier de komende jaren gaat houden.’