Het vermogen van corporaties slinkt de komende jaren. Onderhoudsbudgetten komen daardoor nog meer onder druk te staan. Niet zonder risico, aldus drs. Jan Boeve, algemeen directeur van Aedes. Hij vreest Verelendung als meerdere jaren op rij onvoldoende onderhoud wordt gepleegd.
Onomkeerbaar
Door het toepassen van de kaasschaafmethode en het rekken van onderhoudsintervallen is de eerste pijn wel te verlichten, maar het gevaar speelt op langere termijn. Onverantwoorde bezuinigingen op onderhoud worden pas na een jaar of tien zichtbaar, constateert Boeve. “Maar dan is de situatie onomkeerbaar.” Vandaar zijn verwijzing naar één van de vijf stadia die Karl Marx onderscheidt in de route op weg naar een communistische maatschappij: de Verelendungstheorie, de armoede van de arbeidersklasse zal steeds erger worden.
Nu zal het met de opmars van het communisme wel loslopen, maar feit is dat het beheer van de sociale huurwoningen in de knel komt. Boeve breekt dan ook een lans voor slimmer opdrachtgeverschap om de kwaliteit van de woningen en wijken op peil te houden. Ook doet hij een beroep op onderhoudsbedrijven: onderhoud tegen zo laag mogelijke kosten, dus niet tegen een zo hoog mogelijke winst.
Denkfout
Volgens mij maakt de Aedes-directeur daar een denkfout. Allereerst is er al een grote maatschappelijke betrokkenheid bij veel onderhoudsbedrijven. Onderhoudskosten beteugelen, door bijvoorbeeld de faalkosten terug te dringen, is een van de aandachtsgebieden in het kennisplatform ‘Duurzaam Renoveren’ waarin WVB het voortouw neemt. Duurzamer, efficiënter onderhoud, daar kan niemand tegen zijn. Maar een onderhoudsbedrijf zal per definitie winst moeten maken om ook op termijn die waardevolle partner te kunnen zijn die helpt om het onderhoud te optimaliseren.
Energiebesparing
Ik heb altijd geleerd dat je niet moet kijken naar wat iets kost, maar naar wat het oplevert. De crux in het verhaal is dat het energieverbruik en de CO2-uitstoot van de bestaande woningvoorraad drastisch omlaag moeten. Dat kan alleen als energiebesparende maatregelen worden geïntegreerd in het (langdurig) regulier onderhoud, zoals WVB-voorzitter Hans Nijssen terecht opmerkt. Dat betekent als opdrachtgever de focus verleggen naar de lange termijn. Het total cost of ownership als leidraad nemen in plaats van inkopen op prijs om maar binnen het onderhoudsbudget van het lopende jaar te blijven.
Commitment
Conclusie: zowel opdrachtgevers als opdrachtnemers hebben goud in handen, als beide in staat zijn over de eigen schaduw heen te stappen en modellen weten te creëren om dit mogelijk te maken. Wees gerust, een meerjarig commitment is nog geen planeconomie, dus het communisme blijft ver weg. Sterker, voor beide kampen ligt er winst in het verschiet.