Als ik mensen vertel dat ik duurzaam onderneem (en daarmee zelfs een prijs heb gewonnen) is bijna altijd de 1e reactie: Duurzaam en schilderen, hoe zit dat dan met verf? Ik moet bekennen dat ik dan altijd een ongemakkelijke start heb. Vaak leg ik uit dat ik me heel breed bezig houdt met het verduurzamen van bestaande gebouwen (en dus veel meer doe dan alleen schilderen) en dat coatings nog een enorme uitdaging zijn…
Eye-opener
Michael Braungart, medebedenker van het Cradle to Cradle concept, heeft mij de ogen geopend. Veel van de dingen die we dagelijks gebruiken en waar we ons mee omringen zijn nooit ontworpen voor menselijk gebruik. Ze bevatten in dat geval hoog giftige stoffen, zij het vaak in kleine hoeveelheden. Maar toch geven ze die voortdurend af aan de omgeving (offgassing) en daarnaast komen we ermee in contact door slijtage of via huidcontact. Denk bijvoorbeeld aan kleding, tapijt, elektronica, maar ook verf geeft lang na applicatie slechte stoffen af. En dat allemaal dag in dag uit en opeengestapeld. De kwaliteit van onze binnenlucht is dan ook vaak vele malen slechter dan die van buiten, zelfs slechter dan buitenlucht inindustriële omgevingen. We wonen in moderne gaskamers zegt Braungart (hij maakt graag macabere grappen). Hieronder een kort filmpje van deel van een lezing van Braungart over offgassing. Met meer scherpe grappen…
Als je eenmaal hiervan bewust bent bekijk je de wereld met heel andere ogen. Natuurlijk, het is geweldig dat er coatings zijn; die functionaliteit (bescherming en verfraaiing) kunnen we absoluut niet missen. Onze huidige wereld zou nauwelijks mogelijk zijn zonder coatings. Maar met de huidige producten (ook de minder oplosmiddelhoudende) betalen we wel een hoge prijs: ze bevatten nog steeds zware metalen (kleurstoffen, drogingsmiddelen), alifatische en aromatische koolwaterstoffen (o.a. oplosmiddelen die nog aanwezig zijn), weekmakers, biociden, fungiciden, sensibiliserende stoffen (epoxy’s): ze vormen een belasting voor de verwerker maar ook voor de uiteindelijke gebruiker. Weekmakers en biociden worden langzaam afgeven gedurende een hele lange tijd. In hele kleine hoeveelheden weliswaar, maar we zijn er voortdurend mee in contact.
Kiezen voor alternatieven
Om je weg hierin te vinden is bijna niet te doen. Waar vind je informatie, hoe vergelijk en interpreteer je die en hoe vind je uiteindelijk in die verschrikkelijke hooiberg de spelden. Niet te doen. Daarom ben ik ook zo enorm blij met het onderzoek van Harm Jellema naar de samenstelling van materialen in het onderzoek Duurzaam Vastgoed Onderhoud. Jellema gaat laten zien welke ongewenste stoffen er in diverse veel bij onderhoud gebruikte materialen zit. Dat is a hell of a job om uit te zoeken, maar het helpt op 2 fronten: gebruikers en verwerkers krijgen op een toegankelijke manier inzicht in de inhoud van veelgebruikte materialen en fabrikanten worden enorm gestimuleerd om te zoeken naar veilige, gezonde alternatieven.
Fareno
Als Fareno zagen we dat ook als 1 van onze taken: bewust maken en stimuleren van fabrikanten. We organiseerden vorig jaar een bijeenkomst voor de coatingindustrie om ze in aanraking te brengen met Cradle to Cradle. We haalden ze naar Drachten, naar het bouwafvaldepot van van Gansewinkel. Want daar eindigt uiteindelijk de coating: bij het bouwafval. Herontwerp dus vanuit de kringloopgedachte: Afval = Voedsel. Kijk hier voor een verslag van deze dag. Iedereen was er en het kreeg een mooi vervolg toen de VVVF Braungart uitnodigde voor haar jaarcongres. Het stokje was opgepakt.
Nieuwe functies
Gelukkig is het niet alleen kommer en kwel: coatings krijgen ook steeds meer nieuwe functies. Denk aan coatings die de (binnen)lucht zuiveren (erg mooie toepassing), coatings die energie opwekken. Ook uit de hoek van de biomimicry komen mooie oplossingen. Deze tak van wetenschap kijkt naar de natuur en maakt gebruik van natuurkundige wetten. Lotusan (afparelen van water) kennen we al. Er wordt ook gewerkt aan kleur waarbij geen pigmenten nodig zijn. Morphovlinders bijvoorbeeld vertonen de meest fantastische kleuren, maar hun vleugels bevatten geen pigmenten. Als we dat kunnen nabootsen, kunnen we dus kleuren maken zonder zware metalen. In textiele vezels kan het al (Morphotex). Ook uit de hoek van de nanotechnologie komen fantastisch mooie oplossingen. Er moet alleen nog wel overtuigend worden aangetoond dat nanodeeltjes niet schadelijk zijn voor de gezondheid van met name de verwerker, want dan komen we van de regen in de drup.
Al met al een wereld aan uitdagingen. Spannend!
Beste Roelof, ik heb je artikel met veel plezier gelezen.
De natuur heeft inderdaad nog vele geheimen, de uitdaging is om deze te doorgronden en toe te passen.