Ga naar hoofdinhoud

De horeca en de schilder


Is het nog maar kort geleden of ben ik al zo oud? Ik herinner me in ieder geval nog dat een restaurant in de provincie, en zeker langs de snelweg, was opgebouwd uit hygiënische tegels, praktische tafels en veel plastic tegen het spatten.

… en een kroeg, dat was een ruimte waar iemand een bar in getimmerd had, zodat de fusten eronder konden en een tap erin. Krukken er voor: klaar! En verder mocht het niet te veel kosten. Het begrip ‘bruine kroeg’ stamt uit die tijd. In het beste geval kwam dat ‘bruin’ van de oubollige wandbetimmering, al dan niet met eikenimitatie, maar in ieder geval donker gebeitst. In het slechtste geval was de kroeg vooral bruin van de sigarettenwalm die het ooit witte plafond had doen vergelen. Want dat mocht toen ook nog, roken in de kroeg. Ik word echt oud.

Franserig en een bord warm eten

Maar dat soort horeca zie je steeds minder. Eerst werden die tenten allemaal tot bistro gestyled, franserig met geblokte kleedjes en griezelige steakmessen en eten serveren op een plank, toen kwam het ‘eetcafé’ op. Dat straalde uit: we zijn eigenlijk gewoon een bruine kroeg maar je kunt bij ons ook wel een bord warm eten krijgen.

De afgelopen jaren hebben we een trend naar extravaganza en ‘beleving’. Er is altijd wel, in de betere zaken, die hang naar beleving geweest, maar dat zat hem meer in overal precies dezelfde beleving: alsof je in een sterrenzaak zat. Sterrenzaak uitgelegd als: kristal, witte koksmutsen, bediening in het zwart-met-wit, bij elk gerecht een apart wijnadvies van de sommelier…

De illusie mag compleet zijn

Tegenwoordig is de horeca zich meer als een totaalconcept gaan zien: eten in een leegstaande fabriek, bijvoorbeeld, of in een chique gebouw dat er als een strandtent uitziet of in een strandtent die er als een haven uitziet. De illusie mag compleet zijn: je gaat een deur door en stapt in een andere wereld. Waar je je anders voelt. Rijker, vooral, want het geld moet natuurlijk wel rollen.

Naarmate die styling doorzet is er voor de schilder, en zeker de schilder met artistieke eigenschappen (of een goed netwerk) een wereld te winnen. Het is zaak goed te kunnen samenwerken met stylisten, inrichters en ontwerpers, want die worden veelal voor dit soort dingen aangetrokken (al zijn er ook schildersbedrijven die schilderen en styleren in zich verenigen), en dan mee te denken en eigen vaardigheden in te brengen.

Koddige kabouters en spack

Maar pas op: de lat ligt hoog en wordt steeds hoger gelegd. Niemand wil meer een pannenkoekenhuis in hans-en-grietje-stijl met koddige kabouters op de muur getekend of een pizzarestaurant met druipend gestolde spack aan het plafond alsof je in een grot zit. Het moet allemaal verfijnder, preciezer ook, meer doordacht en met een vertaalslag, voor een Insta- en Pinterest-generatie die zich doorlopend omringt met esthetische perfectie. Dat is een trend die niet meer te stoppen is. Wie daarin mee weet te gaan kan heel veel profijt hebben.

En ja, een heel bijzonder voorbeeld daarvan is verfmaker/interieuradviseur/stylist/vakbedrijf Dofine. Dat met wijnbar Ruby Rose in Utrecht heel terecht de Nationale SchildersVakprijs won. Zoals gezegd: de lat ligt hoog en nu nog weer een flink stuk hoger.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie gegevens worden verwerkt.


PPG verlengt Colorful Communities tot en met 2035

Baan Twente wederom beste Mercedes-Benz Van ProCenter

Oostveen overgenomen door Hoogstraten Haarzuilens

Geen versoepeling regels voor Oekraïense zzp’ers

Soudal slaat vleugels uit naar Japan


Naar archief >