Hij durfde wel, Fosag-voorzitter Ruud Maas. In het hol van de leeuw, bij de verenigde vrije verfgrossiers (VVVH), zeggen dat de achterban op zoek gaat naar de kale verfprijs. Toch is het vooral roepen voor de bühne, is mijn inschatting.
Onderzoek
Fosag heeft een onderzoekje gedaan naar de verfprijzen in Nederland en de indruk is dat, naast de productiekosten, ook veel service, advies en overhead in de prijs voor een blik verf is verdisconteerd. Temeer daar het vermoeden bestaat dat de verf in de ons omringende landen minder kost. Het risico van parallelimport sluit Maas niet uit. “Onze achterban gaat op zoek naar de kale verfprijs”, luidde zijn veelzeggende waarschuwing.
Gratis pot verf
Maar is daar iets nieuws onder de zon? Het dogma van de verfindustrie, toen je in Nederland nog struikelde over de fabrikanten, was toch: ‘u koopt advies en daar geven we een gratis pot verf bij’. In die zin is er weinig veranderd, behalve dan dat het aantal verffabrikanten is gedecimeerd. En wie geen advies nodig heeft, die gaat wel voor de gratis bak koffie of de laatste iPad-actie naar de verfgroothandel om de hoek. Zoals de kosten van de smartphones, die als zoete broodjes ‘gratis’ worden uitgedeeld bij meerjarige mobiele telefoonabonnementen, worden verrekend in de tarieven voor een belminuut, verhoogt dit de literprijs voor een pot verf aan de toonbank. Overigens is de verfprijs per vierkante meter veel interessanter, maar dat is weer een ander discussie.
Wat ik nog wel kwijt wil, is dat ik geen grootschalige parallelimporten vrees; de gemiddelde schilder is verknocht aan de koffietafel bij de verfgroothandel waar hij bij zijn voornaam wordt aangesproken. Als hij echt op zoek ging naar de ‘kale’ verfprijs, waarom heeft de verkoop van verf via internet dan nooit een grotere vlucht genomen? De vernetting van het grossiersnetwerk betalen we immers met z’n allen.
Faalkosten
Terug naar de prijsverhoging. Want waar hebben we het over? Grof gezegd kan worden gesteld dat ongeveer 8 procent van de totale kostprijs van een (onderhouds)werk opgaat aan verf; de rest is arbeid, overige materialen en overhead. Dan hebben we het over 5 procent van 8 procent, is in totaal 0,4 procent prijsstijging op een werk. Als je je hiermee moet onderscheiden van de concurrent… De gemiddelde faalkosten op een groot project zijn hiervan een veelvoud. Toegegeven, dit rekensommetje gaat natuurlijk niet op bij projecten waar gigantische volumes verf in een relatief korte tijd worden geappliceerd; denk aan vloeren en spuitwerk. Daar zal het meer pijn doen. Maar ik vermoed dat Maas toch vooral even hoog van de toren blies omdat zijn achterban dat van hem verwachtte.
Terug naar de prijsverhoging. Want waar hebben we het over? Grof gezegd kan worden gesteld dat ongeveer 8 procent van de totale kostprijs van een liter verf opgaat aan grondstoffen (incl. water) de rest is arbeid, afschrijving productieinstallaties, marketing en distributie. Dan hebben we het over 5 procent van 8 procent, is in totaal 0,4 procent prijsstijging op de verf.
Waarom we een 10 – 15 voudige van deze 0,4% aan prijsverhoging moeten betalen blijft dus een raadsel.
@ Frans: over het aandeel grondstof heb ik geen kennis. Wel weet ik dat de grondstofprijsstijgingen hoger liggen dan de 5 procent die over de liter wordt doorbelast. Eerder 10 procent, jaar op jaar en soms halfjaarlijks. ALs je berekening klopt dan is het dus 10 procent op 8, = 0,8 procent per prijsverhogingsronde.