Curacao is een wonderlijk eiland. Vorig jaar rond deze tijd bezochten wij deze wonderlijke versmelting van Hollandse nuchterheid en vrolijke, tropische chaos voor het eerst en een zekere mate van verslaving viel ons ten deel. Dat begon al op de terugvlucht. Ruim voordat wij op Schiphol zouden landen wisten wij al; dit was niet ons laatste bezoek. Een jaar later lopen wij weer door Punda en aanschouwen nu eens de achterkant van de drijvende markt aan het Waaigat.
Wij konden het vorige jaar in feestelijke stemming afsluiten en vonden dat we het nieuwe ook maar op gepaste wijze moesten beginnen. Een tweede en ook doorslaggevende reden is dat een schildergezin zonder inwonende kinderen beter in januari op vakantie kan gaan dan in het zomerseizoen. De ‘offspring’ hebben we wijselijk thuisgelaten want met z’n tweetjes verlopen de Caribische dagen iets rustiger en daar was het ons tenslotte om te doen.
Een tropische vakantie begint met de vliegreis en wij hebben nog ouderwets bij ‘ons’ reisbureau geboekt. Om een lang verhaal kort te houden; wij vlogen met de nieuwste Boeing 787 – de Dreamliner – van ArkeFly en ondanks alle gepubliceerde ‘rubbish’ van o.a. het AD, een verademing.
Na negen uur comfortabel kijkend naar een multimedia schermpje in de stoel voor ons – je kunt je ipod, ipad of wat voor smart-device ook – usb inpluggen (om het weer op te laden) en van je eigen films of muziek genieten. Time flies en dat gebeurt ook in dit toestel.
Het passeren van de douane is meer een formaliteit en bij de bagageclaim komt de warme buitenlucht je al tegemoet. Links en rechts ontdoen Macamba’s (witte Nederlanders) zich van truien en leggings.
De poco-poco (kalm-an) levenshouding dient zich meteen aan bij balie van het auto verhuurbedrijf. Na een half uurtje bezweet wachten krijgen wij het bemoedigende knikje van de medewerkster dat onze auto klaar staat.
Zonder op de kaart te hoeven kijken rijden wij naar ons verblijf. Als Curacao in je genen is gekropen kun je bijna niet verdwalen. Van Hato (het vliegveld) naar Punda en vervolgens naar Bapor Kibra. Het is één grote Aha-erlebnis.
Op het eerste oog lijkt er weinig verandert maar als we naar onze favoriete supermarkt Vreugdenhil door de wijk Koraalspecht rijden blijken alle oude gatenkaas wegen van gloednieuw asfalt te zijn voorzien. Willemstad wordt toch op sleeptouw genomen in de vaart der volkeren.
Als we in een ijskoud, airco gekoeld bankgebouw in een airport-achtige slingerende rij moeten wachten om onze Euries in locale valuta te wisselen waarschuwt een oudere, Papiaments sprekende dame mijn eega haar handtas toch maar dicht te ritsen. De tas was al dicht maar toch; masha danki.
De oude West Indische Compagnie slavenhandels doorvoerhaven Korsau heeft in de loop van de eeuwen vele gedaante wisselingen ondergaan en hoewel de oude tegenstellingen politiek onuitroeibaar schijnen te zijn wordt er op straat tamelijk laconiek mee om gegaan. Zoals met alles waar regels voor bedacht zijn. Ze zijn er wel maar niemand die zich daar nu echt druk om maakt.
Het is even wennen maar vooral op Curacao gaat het leven gewoon z’n eigen gang.