Bij de opleidingen weten ze het al jaren: aan het begin van het buitenseizoen komen de belletjes en mailtjes. Of ze nog leerlingschilders hebben. Liefst die bijna afgestudeerd zijn. De bedrijven hebben dan schilders nodig en leerlingen zijn lekker goedkoop, als ze tenminste van aanpakken weten en het vak beheersen. Vandaar die vraag naar ouderejaars.
Maar zo werkt het natuurlijk niet. Onderwijs is geen verffabriek waar aan de ene kant grondstof ingaat en aan de andere kant kant-en-klare blikken eruit rollen. Een jongeman of jongedame vol dromen en onzekerheden in een uiterst vormbare leeftijd maakt een welwillende keuze voor een vak: zou het wat voor mij zijn? En van de ervaringen die de leerling opdoet tijdens zijn of haar scholing hangt af of de branche een vakvolwassen schilder erbij gaat krijgen of niet.
Ik heb momenteel een huisgenoot die eigenlijk moet kiezen voor een opleiding maar niet weet wat hij moet doen. Die is nu met ’tussenjaar’, wat dankzij de corona niet helemaal het jaar van feesten, reizen, jezelf ontdekken gaat worden wat hij zich er van voorstelde. Harde werker overigens. Geen schilder.
Wat gaaf is aan de leerlingen op onze schildersopleidingen is dat ze op zó jonge leeftijd wèl durven kiezen: ‘Nou, laat ik dit dan maar gaan doen’. Ik kom in onze branche heel veel schilders tegen die altijd al schilder hebben willen worden (of het zo aan zichzelf vertellen: ‘Ik heb altijd al schilder willen worden’). Vanuit dat perspectief is een twijfelende leerling misschien al snel een zeurpiet die gewoon even wat beter moet aanpakken, een paar dingen moet bijleren en dan, hùp mee kan draaien met de rest.
Maar de jongeling die voor het eerst in aanraking komt met het bedrijfsleven, met een bedrijfs- en een branchecultuur, met allerlei vaardigheden die hij/zij aan moet leren, van ‘meepraten met de groep’ tot het halen van een (brommer-)rijbewijs om op de zaak te kunnen komen, van knetterscherp besnijden tot aan een Turkse mevrouw vragen of ze het raam open wil laten staan… Zo’n jongeling heeft behoefte aan mensen die náást hem/haar staan. Die het begrijpen als iets onverwacht niet lukt of als iets doodgewoons opeens heel spannend lijkt. En voorleven en uitleggen hoe het moet.
En ja, dan heb je als bedrijf of als zzp’er dan misschien niet meteen twee handjes erbij die meters kunnen maken. Misschien wordt je wel hartstikke opgehouden door iemand die nog moet leren dat zeven uur vertrekken betekent 6:45 uur aanwezig zijn. Die de grondverf nog verwart met de aflak.
Maar je bent wel bezig om van een jong persoon met interesse in het vak een fijne collega en een tevreden volwassene te maken. Je draagt bij aan het levensgeluk van een ander en het behoud van het mooie schildersvak. Bij de onderwijsinstellingen zouden ze wel eens vaker ondernemers willen treffen die zich openstellen voor dat bijzondere genoegen.
prima verwoord Jan Maurits