De schilder komt er straks niet meer onderuit: we gaan anders en
in ieder geval met andere verfsoorten schilderen. Maar komen de verffabrikanten
de nu al experimenterende schilder ook tegemoet met gepaste voorlichting?
Begin dit jaar heb ik, uit aangeboren nieuwsgierigheid, Sikkens Rubbol XD uitgeprobeerd. Ook daartoe verleidt door de overweldigende reclamecampagne.
Sikkens is een heel goed merk wat de levensduur betreft maar vanwege onze Nederlandse weersomstandigheden niet altijd mijn eerste keus. Ik krijg de liter XD zonder commentaar over de balie aangereikt en zie op het blik ook geen bijzondere aanwijzingen.
Tijdens een geschikt project ga ik onder gunstige condities één kozijn met XD schilderen. De verwerking is prima en het ziet er goed uit. Daarna ga ik naar de andere kant van het huis om met de eerste keus verf verder te schilderen.
Na een half uurtje komt de opdrachtgeefster verschrikt naar mij toe of ik even wil komen kijken. En tot mijn stomme verbazing komt de XD uit alle hoeken en randen naar beneden gedropen. Ik bel direct de Sikkensleverancier en dan pas krijg ik doodleuk te horen dat je XD dun moet aanbrengen.
Jarenlang hebben we ons aangeleerd volle lagen aan te brengen. En nu komt Sikkens met een verf die heel anders verwerkt moet worden. Sikkens informeert de zoekende schilder, die de voorlichtingsavonden niet kan bezoeken, tijdens deze ontdekkingstocht – hetzij via bijsluiter, site of waarschuwing op het blik – daarover op geen enkele wijze.
Kijk , op zo’n manier wordt het wel erg lastig om aan nieuwe verfsoorten te wennen.