Het is erg stil rond de voorstellen van ondernemersvereniging Fosag voor
het herstructureren van het schilderonderwijs. Er wordt in stilte doorgewerkt,
zeggen ze daar. Maar ik weet dat het verzet tegen de plannen taai is, en de
strijd nog niet gestreden.
Nieuws over schilderonderwijs?
Wat mij verbaast in de huidige discussie is de verbetenheid waarmee Fosag aan de eigen plannen vasthoudt: leerling-schilders eerst in een BBL-traject, en bij gebleken vaardigheden pas in een BOL-traject, de oprichting van een ‘super-Spos’ en nog zo wat zaken.
Het verzet tegen de plannen is hardnekkig. Van vakbondszijde en door de Spossen. En reken maar dat het ‘altijd loyale’ Savantis, en de ‘aan de branche dienstbare’ vakscholen en verder velen in ‘het onderwijsveld’ ook hun potje meeblazen.
Daarbij is het zó dat Fosag in dezen geen machtsmiddellen heeft. Natuurlijk: van elk punt kun je een machtsding máken, bijvoorbeeld door het te koppelen aan andere onderhandelingen. Maar zo’n spel wordt momenteel niet gespeeld: er worden op een bijna Verdonk-achtige manier argumenten en standpunten herhaald: wie tegen is heeft het zeker niet goed begrepen, dus zullen we het nog eens uitleggen.
Maar daarmee verdwijnen de bezwaren niet, die ook op argumenten stoelen. Bijvoorbeeld dat het in een krappe arbeidsmarkt spelen met vuur is om leerling-schilders geen of heel weinig loon uit te betalen. Of bijvoorbeeld dat uitstekend functionerende Spossen, met tentakels diep in de regio en goede contacten met zowel het onderwijs als met de bedrijven, als de dood zijn dat ze hun goede werk in rook zien opgaan.
Het niet ingaan op die argumenten wekt verbazing. En vermoedens dat er méér achter de hardnekkigheid van Fosag zit dan uit het onderliggende Giotto-rapport blijkt. Méér nog dan de financiële voordelen waarmee de ondernemers zich rijk rekenen.
Ik ga op deze plaats niet gokken wat die diepere beweegredenen zouden kunnen zijn. Maar ik zeg wel dat een opener opstelling van Fosag op zijn plaats is, wil er niet een voor iedereen vervelende patstelling ontstaan.
Ik weet niet waarom dit stuk na ruim 8 jaar weer opnieuw circuleert in de sociale media?
Maar ik constatedoor het er wel dat na deze 8 jaar de sociale partners op dit punt nog steeds tegenover elkaar staan. Waarom kunnen ze deze verantwoordelijkheid niet meer samen delen? De geschiedenis heeft geleerd dat vormen van het beroepsonderwijs ontstaan vanuit het bedrijfsleven (werkgevers en werknemers) maar dat ze naar verloop van tijd door overheid en onderwijs buiten de deur worden gezet.
Hebben ze dit niet aan zichzelf te danken? Bij het beroepsonderwijs is het er intussen niet beter geworden, terwijl de markt intussen weer volop roept om nieuwe instroom en de opleidingen in volume en aantal steeds minder worden. Hoelang hebben we nog een eigen herkenbare en erkende schildersopleiding?
Curieus inderdaad, Anton, dat je nu (januari 2015) reageert op dit stuk uit 2007. Wat het wel aangeeft is dat de argumentatie nog steeds op dezelfde manier gaat (niet) en dat het streven van toen nog hetzelfde is als nu, ook al zijn de namen van allen betrokken partijen veranderd (al lijkt ook dat nog lang niet overal te zijn doorgedrongen, maar dat is weer een heel andere blog)