Zie hier de tuintafeloverkapping van een zeer gewaardeerde opdrachtgever. De haakse vormgeving springt meteen in het oog en loopt synchroon met de architectuur van de tuin. Niet bepaald een alledaags ontwerp. Dat geldt ook voor de eigenaar want ieder detail wordt als het ware onder een loep bekeken. Dat is ook helemaal niet erg, het hoort bij ons vak.
Vanuit de woonkamer gezien aait een meedogenloos strijklicht over de onderzijde en niet alleen mijn opdrachtgever maar ook ik schrik ervan. Dat zal je net zien. Wil je egaal dekkend aflakken, wordt het resultaat om te huilen.
Als er iets is dat ik geleerd heb is dat je niet in paniek moet raken. Mijn opdrachtgever is werkzaam bij een innovatiecentrum van onze voormalige gloeilampenfabriek en is, zoals hij zelf omschrijft, een Pietje Precies. De nachten van het afgelopen weekend heeft hij woelend onder zijn dekbed doorgebracht en heeft zich afgevraagd of het met mijn schilderwerk nog wel goed zou komen. Ik probeer hem gerust te stellen.
Allereerst door te zeggen dat ik verantwoordelijk ben en niet hij. En in de tweede plaats; als dat mijn luifel was geweest had ik met dit voorlopige resultaat ook geen genoegen genomen. Ik zou net zolang hebben gewerkt tot ik zelf tevreden was. Noblesse Oblige (Adel Verplicht) nietwaar.
Sinds 2010 verbaas ik mij nog geregeld over de nieuwe verf. Met de droging is op zichzelf niks mis maar met de reactie tussen pas aangebrachte lagen des te meer. Soms reageert aflak als een soort afbijt op de licht geschuurde grondverf en, zoals deze keer, gaan de grondverfkwaststreken als een idioot door de zijdeglanzende aflak glanzen. Een bekend fenomeen overigens maar altijd onderschat.
Uiteindelijk krijg je het wel goed maar hoe leg je dat uit aan iemand die geen verftechnische kennis heeft maar wel gaat twijfelen aan mijn vakmanschap? Het enige dat ik in de strijd kan werpen is rust en diplomatie.
Niet meedoen in de paniek van de opdrachtgever is de allereerste vereiste. Ik wil het baken in zijn storm zijn en koersvast leg ik in begrijpelijke taal uit dat zoiets kàn gebeuren. Maar ook dat ik niet eerder zal rusten voordat het eindresultaat naar onze zin is.
In dergelijke situaties ben je blij dat je zonder personeel werkt want het calculatiebedrag zal ruim worden overschreden en ik zal er niet raar van opkijken als die luifel nog tweemaal zal moeten worden geschilderd voordat de loep kan worden opgeborgen.
Dat is ook niet erg. Een belangrijk criterium is dat als ik het bij mij thuis niet zou accepteren, hoeven mijn opdrachtgevers dat ook niet.
Vakmanschap is tenslotte meer dan het kunstje alleen en dat kost soms meer tijd.
En nu we het er toch over hebben, kunnen we prinses Beatrix niet voordragen voor een lintje?