Nee, geen huwelijksverhaal hier, wél een manier om te zorgen dat uw
medewerkers niet bij u weglopen. Het is wel een beetje een revolutionair idee,
dat geef ik toe. Maar iets moet toch de groei van de zzp’ers kunnen
afremmen?
Met de mensen van onderzoeksbureau USP discussieer ik wel eens over het aantal schildersbedrijven in Nederland. Wij van SchildersVakkrant houden het op zo’n zeven á achtduizend. De Rotterdammers vinden dat het er rond de elfduizend zijn.
Dat is een kwestie van definitie natuurlijk, en van hoe je telt. Over het aantal schildersbedrijven mét personeel zijn we het snel eens: dat zijn er zo’n 3500. De rest, dus vier- tot zeveneneenhalfduizend schildersbedrijven in Nederland, zijn zzp’ers.
Carriére
De zzp-‘rs die ík ken (ja, ik wéét dat mijn blik enigzins vertekend is), zijn kerels van middelbare leeftijd, soms zelfs iets ouder, die jarenlang voor allerlei bazen gewerkt hebben, en uiteindelijk ’toe waren’ aan een eigen zaak. ‘Eigen baas zijn’ is een belangrijk argument voor ze, ‘vakwerk kunnen leveren’ een ander, ‘zelf contact met klanten hebben’ een derde.
De kwestie is óók, natuurlijk, dat er niet zoiets als een carriére bestaat voor schilders. Er zijn toeslagen, bonussen, opslagen… maar als je wilt blijven schilderen (en dus niet calculator of werkvoorbereider wilt of kunt worden), houdt het dan zo’n beetje op.
Verdienen
De oplossing voor dit ‘probleem’ wordt op dit moment gezocht in de herziening van de loonfunctiestructuur in de CAO. Dat zal best iets opleveren, maar ik vraag me af of het vooral de kleinere bedrijven wel verder helpt.
Wat ik zou willen voorstellen is dat schilderdirecteuren aan al hun medewerkers de mogelijkheid geven om ‘partner’ in het bedrijf te worden, door het zelf te verdienen.
Hoe kan zo iets? Het kan technisch vrij simpel.
De wat grotere bedrijven gebruiken hun calculatieprogramma’s. Daar haal je als het goed is de gemiddelde toegevoegde waarde van je medewerkers uit: winst van de onderneming gedeeld door het aantal medewerkers, of hoe je het ook wilt definieren.
Toegevoegd
Vervolgens meet je door een goede nacalculatie wat individuele schilders aan de winst bijdragen. Is dat bijvoorbeeld twee jaar lang tien procent boven het gemiddelde, dan heeft de schilder zoveel waarde voor de onderneming dat hij (volgens een verdeelsleutel) in de totale ondernemingswinst mag delen. Dat stimuleert om actief achter klanten aan te zitten én om zelf winst te genereren voor de hele onderneming
Veelvoud
Bij kleinere ondernemingen kan het nog simpeler. Stel de omzet die een goede zzp’er in een jaar kan realiseren op 70.000 euro. Maak met je medewerkers de afspraak dat zodra de omzet uitkomt op een veelvoud van dat bedrag naar rato van het aantal medewerkers plus een opslag (1 medewerker: 150.000 euro, 2 medewerkers: 250.000 euro etc), ze partner mogen worden in de bv, vof of coöperatie, en evenredig mogen delen in de winst, na aftrek van investeringen. De effecten zijn gelijk aan die ik in het vorige voorbeeld schetste.
Wat is er nodig voor die ‘partnermodel’? Technisch kan het, en er zijn duidelijke voordelen. Maar dan begint het pas: Vertrouwen. Openheid. Samenwerken op voet van gelijkwaardigheid. Bereidheid om te delen. Kunnen delegeren.
Dat is een heleboel, maar voor wie het aandurft gloort een som die meer is dan de delen.