Collega Jan-Willem Verlooij was op een druilerige vrijdagmiddag op weg naar huis toen hij op de Westerweg een verlaten steigerconstructie aantrof die zijn wenkbrauwen deed fronsen. Aan de overkant van de gescheiden rijbanen zette hij zijn auto stil en maakte deze foto. Door het regenachtige weer is de foto onduidelijk en het hoge struikgewas ontneemt ons belangrijke informatie. Pas toen ik de foto vergrootte viel mij de ladder en die merkwaardige loopplank op. Overduidelijk geen constructie uit-het-boekje en reden genoeg voor Jan-Willem om daar op LinkedIn een post aan te wijden.
De teneur van zijn post was; ik investeer in veiligheid en moet je dit nou eens zien. Aan een enkele foto kun je nauwelijks conclusies trekken maar er valt toch een hoop op te zien. Wanneer we de foto vergroten zien we de loopplank en daardoor zien we weer dat die steiger toch meer dan een halve meter van de dakrand staat. Vaag door het struikgewas zien we de balustrade van een balkon die warempel identiek aan die van de buren en ook bovenop een erker staat.
In zo’n geval moet je dus of improviseren of een professionele steigerbouwer inhuren. Aan het dakkapelletje te zien werd het dus improviseren. Da’s iets wat wij allemaal doen als de kosten boven de baat uitstijgen. Diezelfde mazen tref je ook in de ARBO regelgeving met als voorwaarde dat je rustig en weloverwogen tewerk gaat. Een juridisch schimmig gebied maar met beleid uitgevoerd kan er veel.
Een leuke bijkomstigheid tijdens de discussie op LInkedin was dat rare torentje. Op de eerste foto van Jan-Willem leek het mij een kerktoren in een straat erachter maar niets bleek minder waar. Jan-Willem plaatst als reactie een streetview van Googlemaps en daarop zien we een uiterst curieuze bouwstijl van een woonhuis-met-torentje.
Wanneer ik zelf een virtueel ritje maak door de straat op Googlemaps is het huis eenvoudig terug te vinden en zie ik twee deuren verderop eenzelfde huis met net zo’n merkwaardig torentje. Deze heeft een minaret achtige kap en de bouwstijl van deze huizen is volgens mij tamelijk uniek voor een Nederlands stadje.
Blijft onverlet dat je als schilder, wil je binnen redelijke grenzen van prijsaanbod blijven, over een zeker improvisatievermogen moet beschikken.
En laten we eerlijk zijn: schilders die niet kunnen improviseren zijn ambtenaren.
Over het bouwen van steigers en het gebruik van ladders kunnen we eindeloos met elkaar van gedachten wisselen en er stukjes over schrijven in de Schilders Vakkrant. Maar eigenlijk is geen enkele oplossing perfect omdat geen gebouw hetzelfde is. De zwaartekracht is echter wel overal hetzelfde, laten we dat goed in gedachten houden bij het gebruik van klimmateriaal.