Onlangs moest ik op zoek naar een kleur geel die ooit door mijn eega op een meubelstuk was aangebracht. Een bezoek aan de plaatselijke bouwmarkt bracht mij in uiterste verwarring. Staand voor kleurstalen van verschillende verfmerken vroeg ik me af wat ik me moest voorstellen bij benamingen als Vrolijk, Dorset Cream en Lampion?
Associaties
Veel verfnamen waren in het verleden te herleiden aan de pigmenten of kleurstoffen die werden gebruikt. Denk aan oker, krijt, titaan wit, cadmium geel en ultramarijn blauw. Soms is de benaming van een pigment ook te herleiden tot de bereidingswijze of roepen kleuraanduidingen een natuurlijke, en in mijn ogen daardoor een logische, associatie op. Dat Hemel voor diepblauw staat en Melk voor een grauw wit, daar zal je mij niet over horen. Maar de laatste decennia zijn vooral fantasienamen de boventoon gaan voeren. De associaties die ze (moeten) oproepen, gaan in veel gevallen echter totaal langs mij heen. Bij Verlangen, Blij, Zorgvuldig, Compromis en Lief kun je wat mij betreft alle kleuren van de regenboog invullen.
Crisis
Nu las ik laatst ergens dat deze wildgroei van fantasienamen te maken zou hebben met de crisis. In deze donkere tijden zijn we op zoek naar kleur. En een ‘gevoel’ als Fiesta Latina verkoopt nu eenmaal beter dan Geel. Het zou dus niet meer dan een marketingtruc zijn van verffabrikanten om een gevoelige snaar te raken en daarmee meer verf te verkopen. Kleur is in, in tijden van crisis, blijkt ook in de juwelierswinkels. Mensen kopen bijvoorbeeld eerder gekleurde edelstenen dan kleurloze briljanten, citeer ik een deskundige.
Onderzoek
Grappig, want ik meen me een onderzoek van AkzoNobel uit het begin van de kredietcrisis te herinneren – het zal 2009 zijn geweest – dat uitwees dat als het economisch minder goed gaat, mensen in hun interieur juist kiezen voor neutrale kleuren zoals wit, grijs en zwart. En in tijden van economische voorspoed kiezen consumenten voor meer opvallende kleuren, was de boodschap. Over de afgelopen decennia zou deze trends zich weerspiegelen in de golfbewegingen van onze economie; zo begonnen de swingende jaren 70 in Nederland met bijvoorbeeld veel oranje en geel in de huiselijke sfeer. Aan het eind van dat decennium, toen het economisch minder ging, werden veel bruin en beige op kozijnen en deuren binnen gesmeerd.
Hoogconjunctuur
Wat moet ik nu met deze tegengestelde analyses? Of maakt de kleur die er in zit eigenlijk helemaal niet uit en gaat het puur om de naam die er op dat blik staat, de perceptie? Dan is het wachten op verfnamen als ‘Licht aan de horizon’, ‘Hoogconjunctuur’ en ‘Welvaart’.
Beste heer Mooij een typische Hollander negatief, ga iets positiefs schrijven is veel leuker en haalt ons misschien daardoor mede uit de crisis.
Beste Theo,
ik vind het knap dat je in de geslaagde analyse van Wouter Mooij een negatieve visie ontdekt.
Een oer-oud verschil in kleurbeleving van professionals en die van doe-het-zelvers is de omschrijving van kleuren. Wij werken graag met kleurnummers omdat die makkelijk te herleiden zijn naar de receptuur.
De partikuliere markt voor verfkleuren gaat uit van een beleving van kleur die gekoppeld is aan termen uit de sociale omgeving van dat moment.
Professionals kunnen daar alleen maar om glimlachen.
Heren,
Als wij naar een verfleverancier gaan om 10 ltr. muurverf te kopen in de kleur B6.20.70 van Akzo Nobel kunnen wij kiezen uit tientallen merken muurverf waarvan de ene beweert nog beter te zijn dan de ander. Grote kans dat wij niet weggaan met een emmer Sikkens muurverf. Komen wij nu echter met de kleurbenaming “babybilletjes roze” van Akzo Nobel (vermoedelijk B6.20.70) zeer grote kans dat we weggaan met een emmer Sikkens muurverf. Zoals u weet en reeds geschreven is kwestie van receptuur. Niks beleving, gevoel, etc. Puur commercieel gedachtegoed en verpakt in een mooi marketingconcept.
Ons kleurenconcept maar dan ook in onze muurverf.