In mijn blog ‘Paniekvoetbal’, van april 2016, heb ik geschreven over de teamfasen: Forming-Storming-Norming en Performing. Een functionerende groep doorloopt altijd deze teamfases en heeft dus van ‘nature’ momenten waarop de samenwerking hapert of vastloopt. Tijdens de fase (Storming) kan er veel aan de hand zijn en met ‘gewone’ interventies help je als leidinggevende zo’n groep weer verder. Maar wat nu als deze interventies niet werken?
Pyramide
Laatst trainde ik bij een bedrijf een groep teamleiders. 18 teamleiders waren uitgenodigd voor deze training, 8 hadden bedankt voor deelname aan de training. Dit gegeven bleek later in het proces van belang te zijn. Eén van de programmaonderdelen is een groepsopdracht (een game) waarbij de deelnemers gezamenlijk een bouwwerk creëren met behulp van stokken en elastieken. Het bouwwerk moet van de grond tot aan het plafond stevig staan. Een oefening als deze geeft inzicht in hoe de deelnemers in de praktijk zaken als samenwerken, rolverdeling, werkvoorbereiding, onderlinge communicatie en doelgericht werken hebben ingevuld.
Opmerkelijk
Bij deze groep gebeurde er iets heel opmerkelijks. Drie van de zeven deelnemers gingen zonder noemenswaardig vooroverleg, druk aan de slag met bouwen. De overige deelnemers keken toe: staand, met de armen over elkaar, leunend tegen een deurpost of gemakkelijk zittend op een stoel. De ‘kijkers’ bemoeiden zich niet of nauwelijks met de uitvoering terwijl de ‘bouwers’ dit gewoon lieten gebeuren.
Niet functionerende groep
Zonder twijfel zijn dit de signalen van een niet functionerende groep. Dit heb ik niet eerder meegemaakt en heeft me flink aan het denken gezet. Wat betekent dit? Zitten we nog in de fase van forming of zitten we midden in de storming-fase. De oorzaak kan namelijk heel verschillend zijn:
+ de ploeg kan het niet (en probeert het niet); wil geen fouten maken;
+ de ploeg kan het wèl maar voelt zich niet gebonden aan de opdracht;
+ de groep geeft zichzelf toestemming om het gewenste gedrag niet te tonen;
+ er is gebrek aan effectief leiderschap.
In haar publicatie op LinkedIn schrijft Tica Peeman* over gewone, regressieve, stagnerende en verwaarloosde teams. Verschillende hoedanigheden waar groepen in terecht kunnen komen. Maar vooral ook hoe je ze kunt herkennen: “(…) Een gewoon team kan ‘grommen en blaffen, maar het bijt niet’, regressieve teams blaffen niet, stagnerende teams grommen én blaffen én bijten’, verwaarloosde teams blaffen en bijten niet meer en reageren niet op uitnodigingen (…).”
Regressie?
Het gaat veel te ver om zonder verder onderzoek iets over deze groep te zeggen maar van een regressieve groep kunnen we hier zeker spreken. De weigering van de helft van de teamleiders om niet eens deel te nemen wijst zelfs op een verwaarloosde groep?
Bij regressieve groepen is er sprake van een terugval in gedrag. Ze laten juniorgedrag zien, terwijl ze ooit senior gedrag hebben laten zien. Alle tekenen van regressie zijn aanwezig: de teamleiders gedragen zich als makke schapen; ze zijn gelaten en passief; ‘wij-zij’ denken (kantoor-werkvloer); zondebokken aanwijzen; alle zelfreflectie ontbreekt. Het effect is dat mensen alléén nog hun werk gaan doen en niet meer dan dat. Ik zie in mijn praktijk voldoende werkgevers geen acht meer slaan op dergelijk gedrag, met alle gevolgen van dien. De stagnerende groep en de verwaarloosde groep liggen op de loer.
Wat te doen?
Peeman is duidelijk: “laat de groep de emoties verwoorden, erken de (groeps-)gevoelens en biedt ondersteuning en kaders vanuit de organisatie”.
Herken je iets hiervan in je eigen ploeg? Een in-company training Coachend Leiderschap biedt een kans om in gesprek te komen en te blijven!
*) https://nl.linkedin.com/pulse/regressieve-stagnerende-en-verwaarloosde-teams-tica-peeman