Maandagochtend, half elf. Ik heb zojuist het schilderwerk bij mijn overbuurvrouw onderbroken voor een kop koffie. De pauze zit er op en ik ga weer aan de slag. Onze gelijkvormige rijtjeshuizen hebben een balkon over de breedte van het huis en ik ga bij haar weer verder met de binnenzijde van het planken hekwerk. De eikenkleurige beits is hier en daar wat aangetast, wat niet verwonderlijk is, want zeven jaar geleden heb ik die voor het laatst geschilderd.
De helft van de zestien huizen in onze straat heb ik in de loop van de jaren al een keer geschilderd en deze week is die van ‘overbuuv’ Marjan weer aan de beurt. Van de reiskostenvergoeding moet ik het dus niet hebben maar een bijna-thuiswedstrijd is ook wel weer aardig. Mijn Festool Deltex 93 schuurmachine maakt de bijbehorende herrie maar toch hoor ik ineens vrouwenstem er bovenuit.
‘Mijnheer Burema?’ Verbaast kijk ik boven de planken uit naar onze straat en zie een dame met een bos bloemen in haar hand. Ze staat naast een lichtblauw autootje met daarop in witte letters ‘Mimosa Bloemsierkunst’.
‘Zal ik dit maar in uw wagen zetten?’, vraagt ze. ‘Is dat voor mij?’, vraag ik. ‘Ja’, zegt ze. ‘Ik zag uw autostaan dus zal ik dit erin zetten?’ Natuurlijk wil ik weten van wie die bloemen afkomstig zijn en ze pakt het kaartje en leest het voor.
Op precies hetzelfde moment loopt mijn Lief naar de bloemendame. Ze had wat tijd nodig om van onze zolder naar beneden te lopen en hoort de namen van de afzenders. ‘Goh, da’s aardig’, zegt ze en neemt de bloemen aan.
Ho, stop. Even wachten.
Voor alle duidelijkheid naar onze lezers wil ik nog even de afspraak met de redactie aanhalen dat ik in mijn blogs onder andere vertel wat een schilder in zijn dagelijkse praktijk zoal meemaakt. De uit het leven gegrepen voorvalletjes.
Daartoe horen de leuke maar ook de minder leuke dingen. Mijn blog van vorige week ging over dat laatste aspect en was op het randje. Als schrijver over doodgewone zaken moet je zo nu en dan de grenzen niet schuwen. Zelfcensuur is funest voor de eerlijkheid en de kritiek op zo’n stukje vanzelfsprekend.
Een criticaster op mijn vorige blog schreef mij: als klanten zo over een schilder praten is dat geaccepteerd maar als vakbroeder is dat anders. Daar heb ik alle begrip voor.
Maar er wordt wel nagedacht en mijn eigen eindredactrice c.q. klankbord heeft een stem in het al of niet publiceren van een risico dragend stukje. De samenhang tussen het anonimiseren en het waarheidsgetrouwe ervan wordt aan de toets der kritiek onderworpen en in dit geval kwam het licht op groen.
Nodeloos kwetsen of zelfverheerlijking worden weliswaar zorgvuldig gefilterd maar kunnen interpretaties nooit voorkomen. Net als de afsluiting van dit onderwerp.
Zeg het met bloemen
De bos bloemen bleek bij thuiskomst een groene plant in een sierlijke ovale pot met aronskelkachtige witte bloemen te zijn.
De afzenders waren mijn opdrachtgevers van vorige week.
Ik weet bijna zeker dat iedereen wel eens in uitzonderlijke situaties terechtkomt en dat je voor het beschrijven ervan op een slap koord balanceert.
Dat geldt ook voor deze blogger.