Of de deal doorgaat, is nog onzeker. Maar duidelijk is in elk geval dat met Akzo Nobel eindelijk weer eens een Nederlandse onderneming aan de ‘goede’ kant van het overnamespel meestrijdt. Althans, als het plan van Wijers slaagt. Zo niet, dan dreigt ook voor Akzo het gevaar om te worden opgeslokt.
Analisten en marktkenners zijn enthousiast. Niet aarzelen, gewoon snel samengaan, zou je zeggen. Maar de Britten geven niet zo makkelijk toe. ICI was ooit een van de iconen van de Engelse industrie. Die laat zich niet zomaar opslokken door een Hollandse concurrent. Akzo kan – sterker: moet – gaan winkelen omdat Wijers op een enorme berg geld zit sinds het afstoten van Akzo’s farmacietak Organon Biosciences. In maart legde de Amerikaanse medicijnenfabrikant Shering-Plough voor dat onderdeel 11 miljard euro neer.
Wijers moet dus, als hij dat scenario wil voorkomen, iets doen met zijn miljarden. Treuzelen kan hem de kop kosten. Er zijn twee opties om de kas bijtijds leeg te maken: Wijers kan het geld uitkeren aan zijn aandeelhouders of de miljarden snel besteden aan overnames. Voor 1,6 miljard euro is alvast een bestemming gevonden. Daarmee koopt Akzo eigen aandelen terug, waardoor de winst per aandeel omhoog gaat. De rest is bestemd voor overnames.
Wijers wil zijn marktaandeel zo snel mogelijk verdubbelen. Niet alleen om steviger de koppositie in handen te krijgen, maar ook om een vuist te kunnen maken tegenover zijn afnemers. Dat zijn bijvoorbeeld meubelproducenten, autofabrikanten en bouwondernemingen. Ook die worden steeds groter.
Akzo is zelf een samenraapsel van honderden bedrijven. De Nederlandse wortels gaan terug tot 1792. Toen begon Wiert Willem Sikkens in Groningen met de productie van verf. Talloze krachtenbundelingen later volgde in 1969 de belangrijkste fusie uit de bedrijfshistorie. De Algemeene Kunstzijde Unie (AKU) fuseerde met Koninklijke Zout Organon (KZO), waarmee de naam Akzo was geboren. In 1993 kwam daar de naam Nobel achter te staan, toen Akzo het Zweedse Nobel Industries kocht voor 3,3 miljard gulden (ongeveer 1,4 miljard euro).
Dat moest veranderen, vond oud-minister van Economische Zaken Wijers (D66) toen hij in 2003 aantrad als hoogste baas. De toekomst van het bedrijf zou komen te liggen op het gebied van verf en chemie. Hij slankte daarom het concern af en verkocht dit jaar de farmadivisie. Nu werken er in totaal 42.000 mensen voor Akzo – 19.000 minder dan vorig jaar. In 2006 zette het bedrijf exclusief de verkochte pillendivisie 10 miljard euro om.
verfambities van Akzo. Hoewel hedgefondsen Wijers in de nek hijgen, hoeft hij op
heel korte termijn nog niet zenuwachtig te worden. Pas in het vierde kwartaal
van dit jaar wordt de 11 miljard euro die de verkoop van Organon opleverde, op
de rekening van Akzo bijgeschreven. Dan zal Wijers er zo snel mogelijk vanaf
willen. Concurrenten zoals het Amerikaanse DuPont zouden zich inmiddels ook al
bij ICI gemeld hebben. Of 12 miljard euro voldoende zal zijn, moet dus nog maar
blijken.
Of de deal doorgaat, is nog onzeker. Maar duidelijk is in elk geval dat met Akzo Nobel eindelijk weer eens een Nederlandse onderneming aan de ‘goede’ kant van het overnamespel meestrijdt. Althans, als het plan van Wijers slaagt. Zo niet, dan dreigt ook voor Akzo het gevaar om te worden opgeslokt.
Analisten en marktkenners zijn enthousiast. Niet aarzelen, gewoon snel samengaan, zou je zeggen. Maar de Britten geven niet zo makkelijk toe. ICI was ooit een van de iconen van de Engelse industrie. Die laat zich niet zomaar opslokken door een Hollandse concurrent. Akzo kan – sterker: moet – gaan winkelen omdat Wijers op een enorme berg geld zit sinds het afstoten van Akzo’s farmacietak Organon Biosciences. In maart legde de Amerikaanse medicijnenfabrikant Shering-Plough voor dat onderdeel 11 miljard euro neer.
Wijers moet dus, als hij dat scenario wil voorkomen, iets doen met zijn miljarden. Treuzelen kan hem de kop kosten. Er zijn twee opties om de kas bijtijds leeg te maken: Wijers kan het geld uitkeren aan zijn aandeelhouders of de miljarden snel besteden aan overnames. Voor 1,6 miljard euro is alvast een bestemming gevonden. Daarmee koopt Akzo eigen aandelen terug, waardoor de winst per aandeel omhoog gaat. De rest is bestemd voor overnames.
Wijers wil zijn marktaandeel zo snel mogelijk verdubbelen. Niet alleen om steviger de koppositie in handen te krijgen, maar ook om een vuist te kunnen maken tegenover zijn afnemers. Dat zijn bijvoorbeeld meubelproducenten, autofabrikanten en bouwondernemingen. Ook die worden steeds groter.
Akzo is zelf een samenraapsel van honderden bedrijven. De Nederlandse wortels gaan terug tot 1792. Toen begon Wiert Willem Sikkens in Groningen met de productie van verf. Talloze krachtenbundelingen later volgde in 1969 de belangrijkste fusie uit de bedrijfshistorie. De Algemeene Kunstzijde Unie (AKU) fuseerde met Koninklijke Zout Organon (KZO), waarmee de naam Akzo was geboren. In 1993 kwam daar de naam Nobel achter te staan, toen Akzo het Zweedse Nobel Industries kocht voor 3,3 miljard gulden (ongeveer 1,4 miljard euro).
Dat moest veranderen, vond oud-minister van Economische Zaken Wijers (D66) toen hij in 2003 aantrad als hoogste baas. De toekomst van het bedrijf zou komen te liggen op het gebied van verf en chemie. Hij slankte daarom het concern af en verkocht dit jaar de farmadivisie. Nu werken er in totaal 42.000 mensen voor Akzo – 19.000 minder dan vorig jaar. In 2006 zette het bedrijf exclusief de verkochte pillendivisie 10 miljard euro om.
verfambities van Akzo. Hoewel hedgefondsen Wijers in de nek hijgen, hoeft hij op
heel korte termijn nog niet zenuwachtig te worden. Pas in het vierde kwartaal
van dit jaar wordt de 11 miljard euro die de verkoop van Organon opleverde, op
de rekening van Akzo bijgeschreven. Dan zal Wijers er zo snel mogelijk vanaf
willen. Concurrenten zoals het Amerikaanse DuPont zouden zich inmiddels ook al
bij ICI gemeld hebben. Of 12 miljard euro voldoende zal zijn, moet dus nog maar
blijken.