Akkoord over verplicht verzekeren zzp’er

De uitkering voor zzp’ers wordt soberder dan voor werknemers; maximaal 1650 euro bruto per maand. De premie van de nieuwe verzekering wordt inkomensafhankelijk, fiscaal aftrekbaar en ligt naar verwachting tussen 80 en 130 euro, met een geschat maximum van 200 euro bruto per maand. Dit is aanzienlijk minder dan de kosten voor een verzekering van een werknemer. Wie een hogere dekking wil, kan zich bij een verzekeraar aanvullend verzekeren. Hiervoor geldt geen acceptatieplicht.

De periode die een zzp’er zelf moet overbruggen tot het een uitkering krijgt, is ook van invloed op de premie. Zzp’ers kunnen straks kiezen of zij na een half jaar, een jaar of na twee jaar in aanmerking komen voor een uitkering. Hoe langer deze wachttijd, hoe lager de premie. Wie niet kiest, krijgt standaard een jaar wachttijd.

Het akkoord ligt nu ter goedkeuring bij de achterbannen van de sociale partners. Daarna wordt het voorstel gepresenteerd aan minister Wouter Koolmees van Sociale Zaken.

Eigenlijk had er in januari al een akkoord moeten liggen, maar de zelfstandigenorganisaties, werkgeverslobby VNO-NCW, vakbonden FNV, CNV en VCP werden het destijds niet eens over de hoogte van de uitkering en de premie. De bonden wilden dat zzp’ers dezelfde verzekering zouden krijgen als werknemers, zzp’ers en werkgevers vonden dat te duur.

De verplichte aov voor de ruim een miljoen zzp’ers zat in het vorig jaar afgesloten pensioenakkoord. Dit was een compensatie voor het verplichte pensioen voor zzp’ers dat het akkoord niet heeft gehaald.

Tot nu toe hadden de zzp-organisaties zich altijd verzet tegen een verplichte verzekering speciaal voor zzp’ers. Zij zagen liever een basisregeling voor alle werkenden. Hier wilde de minister niet op wachten. De verzekering zou naar verwachting rond 2024 in moeten gaan en wordt door het UWV uitgevoerd. Alle zzp’ers zijn dan tot de AOW-leeftijd verzekerd. Zzp’ers die al een verzekering hebben of liever zelf verzekeren, kunnen vrijstelling krijgen. Deze moet dan wel op zijn minst gelijkwaardig zijn aan de verplichte aov.