De jaarlijkse verkiezing van OnderhoudNL was deze keer in Dierenpark Amersfoort, tijdens de tweede landelijke Leermeesterdag. Het centrale thema was pesten, zowel in het dierenrijk als op de werkvloer.
Eerlijk en gedreven
Tussen de bedrijven door zette de branchevereniging haar beste opleiders in het zonnetje. Zo werd Martens geroemd om het veilige werkklimaat dat hij creëert, de professionele én persoonlijke groei die hij aanwakkert en zijn empathie, eerlijkheid en gedrevenheid.
Martens (49) is trots op de uitverkiezing, waarmee hij Bram Zwart (Prins Schilderwerken & Vastgoedonderhoud, Ede) en Leendert Hoek (Van Kesteren, Voorhout) aftroefde. ‘John zei vijf jaar geleden tegen me: verzin maar iets voor de leerlingen.’ Hij doelt op zijn baas John van Balkum. ‘Maar wij zeggen geen “baas”, we noemen elkaar gewoon bij de voornaam.’
‘Veel leerlingen blijven plakken’
Van Balkum: ‘Het is niet zo moeilijk om goede leerlingen op te leiden. Veel lastiger zijn degenen die extra aandacht nodig hebben. Arne kan dat uitstekend. Hij heeft contact met scholen, ouders en zij-instromers.’ Die ruimte voelt de olijke Martens ook bij zijn Rosmalense werkgever: ‘Een gemoedelijk bedrijf met een sfeer van ons-kent-ons. Ik behandel de leerlingen als mijn gelijke, zeg soms ook plagend dingen als “Hé, klerelijer!”. Ik doe veel voor ze, maar ze moeten het uiteindelijk wel zélf doen. Gelukkig blijven veel leerlingen plakken. We hebben samen iets heel moois op poten gezet.’
Daar kunnen ze bij Noom uit Sint-Maartensdijk over meepraten. Dit bedrijf ademt zelfs opleidingsverantwoordelijkheid, volgens OnderhoudNL-voorzitter Henk den Boer. Daarmee lieten de Zeeuwen de twee andere, toch ook niet misselijke Beste Leerbedrijf-genomineerden achter zich: Palet Vastgoedonderhoud uit Genemuiden en Toekomstgroep uit Amsterdam.
‘We schieten breed’
‘Een beloning voor de inzet van de afgelopen jaren’, reageerde Jan Noom, vijfde generatie aan het roer van het familiebedrijf. ‘We schieten breed’, vulde collega Peter de Muijnck aan. ‘Zo geven we gastlessen op vmbo-scholen en hebben we een samenwerkingsverband met de NCE-erfgoedopleiding op niveau 4. Dit doen we om niveau 3-leerlingen vast te houden en ze nog verder te bekwamen.’ Dat leidt tot een hechte club met weinig verloop. Uitzonderingen daargelaten. De Muijnck, grijnzend: ‘Vorig jaar is iemand van ons naar Spanje geëmigreerd. Daar doe je weinig aan.’
Noom zet zich actief in voor zij-instromers en heeft zelfs een eigen, interne vakschool. ‘Om de kwaliteit in ons bedrijf te waarborgen. Daarbij bieden we ook veel doorstroommogelijkheden. Zo hebben we volgende week donderdag weer een interne vakdag, met zes toolboxen. Het bedrijf ligt dan uitvoeringstechnisch stil.’
Veilige haven
Noom wil een veilige haven zijn voor tieners die hun eerste stappen zetten op de arbeidsmarkt. ‘Krijgen we bijvoorbeeld een jongen van 16 die vrij bleu is, dan zetten we hem niet meteen in een drukke keet met een harde bouwsfeer. Zo iemand proberen we zachtjes te brengen. Bovendien voelt de een zich meer thuis bij een monument en de ander in het vastgoedonderhoud. We zetten medewerkers daar neer waar ze goed in zijn.’
Om uiteindelijk bij elke leerling het heilige vuur voor het schildersvak aan te wakkeren, aldus Noom en De Muijnck. Daarmee dingen zij, net als Arne Martens, mee naar de prijzen in de sectorkamer Techniek en Gebouwde Omgeving van Samenwerkingsorganisatie Beroepsonderwijs Bedrijfsleven (SBB). Mochten ze die categorie weten te winnen, zoals Van Kesteren vorig jaar presteerde, dan maken ze met andere categoriewinnaars kans op de landelijke, sector-overstijgende titels Beste Leerbedrijf en Beste Leermeester.