Uit het rapport ‘Flexibiliteit op de Arbeidsmarkt’ van het Centraal Plan Bureau blijkt dat flexwerkers tot drie keer zoveel kans op armoede en werkloosheid hebben als werknemers met een vast contract.
Daarmee geeft het CPB aan dat nieuwe wetten om het aantal flexbanen en schijnzelfstandigheid terug te dringen vooralsnog niet helpen. ‘We moeten niet te veel verwachten van de wet Werk en zekerheid en de Wet DBA die minister Asscher heeft ingevoerd’, zegt Daniel van Vuuren van het CPB. Die wet kwam er in 2015 juist om de positie van flexwerkers te versterken. ‘Deze regels zijn een begin, maar pakken het probleem niet fundamenteel aan.’
In Nederland hebben vier van de tien werkenden geen vast contract, en dat zijn vooral laagopgeleiden, aldus de gegevens in het rapport. Dat aantal is in Nederland veel hoger dan in andere landen. Dat is het gevolg van Nederlandse wet- en regelgeving, zegt het CPB. Het Planbureau komt met aanbevelingen aan de politiek om dit groeiende probleem aan te pakken. Zo noemt Van Vuuren de invoering van een arbeidsongeschiktheidsregeling voor alle zelfstandigen. Ook zou volgens hem helpen als het vaste contract wordt versoberd, zodat het makkelijker wordt om iemand te ontslaan. Daarmee herverdeel je volgens hem de risico’s, zodat niet alleen maar laag opgeleiden de dupe zijn.
‘Het CPB helpt effectief de mythe om zeep dat flexibilisering op de Nederlandse arbeidsmarkt een soort economische natuurwet is waar niet aan valt te ontkomen’, reageert vakbondsvoorzitter Maurice Limmen van CNV op het rapport van het CPB.