Voor het eerst in de historie heeft Nederland (per 1 juli jongstleden) een integrale Erfgoedwet waarin monumenten, musea, collecties en archeologie worden beschermd.
In het Amsterdamse Museum van Loon reikte minister Bussemaker van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap op 1 juli het eerste exemplaar van de Erfgoedwet uit aan Peter Gatacre, kleinzoon van de 19de-eeuwse oprichter van de monumentenzorg: Jonkheer Victor de Stuers.
In één Erfgoedwet legt de overheid overzichtelijk vast hoe met ons cultureel erfgoed wordt omgegaan, wie welke verantwoordelijkheden daarbij heeft en hoe het toezicht daarop wordt uitgeoefend. Voor rijksmonumenten geldt de plicht deze te onderhouden, zodat de instandhouding is gewaarborgd.
De Erfgoedwet is een nieuw symbool voor een sector die het verhaal van Nederland zichtbaar maakt, zodat we beter het heden begrijpen en gerichter over de toekomst na kunnen denken, aldus Bussemaker. Voor drie cultureel erfgoeddomeinen – musea, monumenten en archeologie – zet de Erfgoedwet ertoe aan om zorgvuldig met erfgoed om te gaan.
De wet regelt uniform beheer van onze waardevolle rijkscollectie en een zorgvuldige procedure bij het afstoten van kunstwerken in het bezit van overheden. Archeologen gaan werken met nieuwe kwaliteitsnormen, die volledig in de geest van de Erfgoedwet door het archeologisch veld zelf zijn opgesteld.
Bijschrift foto boven:
Minister Jet Bussemaker overhandigt de Erfgoedwet in de vorm van een oorkonde aan Peter Gatacre en diens dochter Mary. (Foto: Ruben Schipper)