In dit document roepen zij de overheid, onderwijsinstellingen, media en werkgevers op zich bewust te zijn van de negatieve consequenties die bepaald taalgebruik heeft op mbo-studenten. Denk aan ‘op- en afstromen’ (van het hbo naar het mbo of vice versa), ‘laagopgeleid’ en ‘onderwijsniveau’. Deze termen zijn volgens de drie genoemde partijen niet neutraal, maar gaan allemaal uit van een hiërarchisch beeld, waarbij een ‘hogere’ opleiding automatisch een betere opleiding is.
‘Ik spreek te vaak studenten die op een feestje niet durven toegeven dat ze aan het mbo studeren’, zegt MBO Raad-voorzitter Adnan Tekin in Trouw. ‘Ik ben ervan overtuigd dat dit deels komt door de manier waarop we over het mbo praten. Middelbaar beroepsonderwijs is een synoniem geworden voor laagopgeleid.’
Als alternatief wordt in het manifest onder meer ‘het vervolgonderwijs’ genoemd in plaats van ‘mbo en het hoger onderwijs’. ‘Doorstromen’ zou ‘op- en afstromen’ kunnen vervangen en ‘onderwijsrichting’ ‘opleidingsniveau’. Ook sporen de initiatiefnemers werkgevers aan om in vacatures niet meer te vragen om een bepaald werk- of denkniveau – meestal hbo of universitair – maar functies open te stellen voor sollicitanten met alle denkbare achtergronden.
Uiteindelijk kan zelfs het complete onderwijsstelsel nieuwe namen krijgen. In middelbaar beroepsonderwijs (mbo) en hoger beroepsonderwijs (hbo) schuilt immers hiërarchie. Zo ver wil Tekin op dit moment nog niet gaan. ‘Een naamswijziging voor het mbo kan een sluitstuk zijn, maar is voor nu niet ons doel.’