Volgens NOA en AFNL moet het wetsvoorstel Deregulering Beoordeling Arbeidsrelaties (DBA), zoals die nu voorligt, verder worden aangescherpt, om te voorkomen dat ongewenste schijnconstructies met goedkope arbeidsrelaties in de hand worden gewerkt.
Op 29 september behandelt de Eerste Kamer het wetsvoorstel Deregulering Beoordeling Arbeidsrelaties. Deze moet de wet BGL (Beschikking Geen Loonheffing) gaan opvolgen. Zonder aanpassingen legaliseert de wet mogelijke vormen van schijnzelfstandigheid en dat is juist wat de Aannemers federatie Nederland (AFNL) en de ondernemersvereniging voor afbouwbedrijven (NOA) niet wenselijk achten voor het mkb in bouw en afbouw.
Door de slechte situatie in de bouw heeft de uitzendsector een nieuwe markt ontdekt. Veel vaste werknemers zijn de afgelopen jaren ontslagen, waardoor veel meer flexibele krachten worden ingezet. Uitzendorganisaties lenen nu werklozen, die de maximale duur van de WW hebben bereikt, uit als zzp’ers, stellen beide organisaties.
Dat gebeurt tegen een aanzienlijk lager tarief dan dat van een uitzendkracht of payroller. Er is sprake van schijnzelfstandigheid, want de zzp’er mag niet zelf zijn uurtarief bepalen en werkt zelfs met urenbriefjes.
NOA en AFNL willen dat de huidige beperkende rol van detacheerders/uitzenders zoals deze nu in het wetsvoorstel staat, gehandhaafd blijft: bemiddelen is prima, maar de uitzendsector moet geen zzp-ers kunnen uitlenen op basis van een zogenaamde tussenkomst overeenkomst, vinden zij.
Dit kan in de Wet DBA geregeld worden. Zo niet, dan heeft de nieuwe wet geen invloed op de bestrijding van de schijnzelfstandigheid, terwijl deze hiervoor juist bedacht is, aldus de twee organisaties Daarom hebben zij een brief naar de Eerste Kamer gestuurd, waarin het standpunt nader wordt uitgelegd.