Van 9 maart tot en met 30 juni houdt de gemeente Rotterdam in samenwerking met AkzoNobel een proef met het hergebruiken van overtollige verfrestanten. Mensen kunnen de verf die zij over hebben van het klussen in huis, inleveren bij één van de Rotterdamse milieuparken.
Daar wordt vanaf nu ook gekeken of de verf nog door iemand anders gebruikt kan worden in plaats van weggegooid. Goed voor het milieu en de circulaire stad.
In de milieuparken wordt de kwaliteit van de verf zorgvuldig getest en gecontroleerd. Geschikte verf gaat daarna naar de zogenoemde Piekfijnwinkels (tweedehandsgoederen) zodat het kan worden verkocht voor een zacht prijsje. Op die manier zorgen we samen voor minder liters overtollige verf en dus voor een beter milieu, aldus de gemeente.
Dit sluit aan bij de ambitie die Rotterdam als circulaire stad heeft om steeds minder afval te produceren, zuinig te zijn op onze grondstoffen en producten zoveel mogelijk te hergebruiken.
Rotterdammers kunnen al hun watergedragen muurverf die zij over hebben, inleveren bij de milieuparken. Andere soorten overtollige verf kunnen zij daar overigens ook kwijt, maar die worden in fabrieken gerecycled.De gemeente Rotterdam beheert vier Piekfijnwinkels in de stad.
In november 2016 startte al een eerder project in samenwerking met AkzoNobel om de stad leefbaarder en veerkrachtiger te maken. Vier basisscholen in de Rotterdamse wijk Bospolder/Tussendijken kregen toen een opfrisbeurt met overtollige verf.
Erg goed initiatief. Minder afval, meer onderhoud (mogelijk voor mensen en instellingen met een kleinere beurs). Hoop dat Den Haag het voorbeeld snel volgt! Hoop ook dat Akzo Nobel hierdoor alleen nog verf gaat ontwikkelen die goed herbruikbaar en/of een lange houdbaarheid heeft, zoals met lijnolieverfsoorten.