De WW-premie die werkgevers betalen, neemt verder af als gevolg van de gunstige economische vooruitzichten. Gemiddeld daalt de sectorpremie komend jaar naar 1,28 procent. Dit blijkt uit de premievaststelling van UWV voor de sectorfondsen. De grootste premiedaling doet zich voor bij de sector Schildersbedrijf.
De gemiddelde sectorpremie voor de Werkloosheidswet (WW) daalt voor 2018 van 1,36% naar 1,28%. In 45 sectoren neemt de premie af, in 14 sectoren is sprake van een stijging. De grootste premiedaling doet zich voor bij de sector Schildersbedrijf, de sterkste toename kent de bankensector. Het is voor het vierde opeenvolgende jaar dat UWV de premie naar beneden bijstelt.
Beperkte premiedaling
Ondanks de sterke afname van het aantal WW-uitkeringen in 2017 zien de sectorfondsen dit slechts gedeeltelijk terug in de premievaststelling voor komend jaar. Een viertal redenen ligt hieraan ten grondslag. Ten eerste neemt de uitkeringslast dit jaar minder af door een gemiddeld hogere uitkering. Dit komt door een aanpassing van het Dagloonbesluit die nadelige gevolgen voor onder andere flexwerkers in de WW ongedaan maakt. Ook weegt mee dat naar verwachting van het Centraal Planbureau (CPB) de daling van de werkloosheid zal afvlakken in 2018.
Sectoren bouwen reserve op
De premie voor een schilder is al niet zo hoog. Ik heb zelf ook een schildersbedrijf met een aantal werknemers en hoor vaak verhalen dat het WW-tarief erg laag is. Wat is eigenlijk de reden van het verlagen van de premie?